Na een peperduur ontbijt, gehaald op het vliegveld en gegeten op bed
onder ongenadig led-licht wandelden we gezellig naar de
goedkoopste en makkelijkste autoverhuur Albanian Airport Rent a car bij
het vliegveld en
huurden voor 25 euro per dag all-in een Seat Arona, waarmee we
probleemloos de enorme parkeerplaats verlieten. Een waarschuwing wel
voor toeristen die daar een auto huren. Je krijgt een
parkeerbonnetje mee dat je eerst moet afrekenen bij een kiosk waar
iedereen dichtbij wil stilstaan waardoor daar meestal een enorme
opstopping
ontstaat, dus loop eerst naar die kiosk en reken
af voordat je in je auto stapt. Je betaalbewijs lever je af bij het
verlaten van het terrein.
Jet
bij onze favoriete autoverhuur
Zitten hier nou sporen in de weg, vroeg ik aan Jet, toen we over de A1
naar het noorden reden. Elke keer als ik van baan verwisselde, leek het
of iets de auto tegenhield. We probeerden het met de ASR, het
antislipsysteem, maar het bleef gebeuren. Ik had al wel een groen
tekentje op het dashboard gezien dat ik niet kende, het leek op een
snelweg. Pas 's middags waren we erachter, toen we terug waren op een
weg met strepen: het is een slaapbeveiliging voor mensen die lang op de
snelweg rijden, je krijgt een schokje aan je stuur als de auto bij een
witte streep komt. Goed om te weten, het voelde meteen wat zekerder.
De sim-kaart
Het was rustig en zonnig en Jet zat achter google maps hoewel dat
eigenlijk niet nodig was omdat hier maar een paar grote wegen zijn en
die ook wel worden aangegeven. O ja, over google maps gesproken: groot
nieuws over mijn Albanese
sim-kaart! Daar staat niet 10Gb op maar 100Gb, merkte ik op het
vliegveld toen ik die folders weer zag. Toch min of meer onbeperkt dus.
Dan kan ik dit onderwerp nu voor eens en altijd laten rusten. Koop een
Albanese sim-kaart, dan kun je al je dataproblemen uitzwaaien. Alleen
bellen naar Nederland kan niet meer, behalve met WhatsApp.
De Zogbrug
Bij Milot sloegen we af op de Rruga e Kombit langs de Mat. Je hebt daar
ongeveer een kilometer voorbij de grote brug een oude ijzeren brug met
bogen, de Ura e Zogut oftewel de Zog-brug, gebouwd in 1927, in zijn
tijd een vooruitstrevende proeve van engineering ik meen vanwege het
gebruik van spanning in staal, en belangrijk industrieel erfgoed, maar
nu op
het punt van instorten.
De Zog-brug. Een
steunpunt heeft het begeven
Of we zussen zijn
We kochten wat fruit bij een stalletje, waar ook grote, halfdode vissen
in een acquarium dreven. Karpers geloof ik, gevangen met een net door
de man van de verkoopster. Zij vroeg aan ons wat wij van elkaar waren.
Vriendinnen, zei ik. Zij dacht zussen, ja echt, jullie lijken op ekaar,
zei ze, precies dezelfde ogen. Ik was al lang blij dat ze mij niet
aanzag voor de moeder van Jet, wat ook nog weleens gebeurt.
Hangbrug bij Shkopet
Verderop draaiden we de SH6 op die langs een zij-arm van de Mat loopt.
Je zag de rivier glinsteren in de diepte en verderop verdwijnen in een
kloof. De stroom was wel schraal door de vele krachtcentrales en
stuwmeren die erin worden aangelegd. Stroom voor stroom.
We zochten het restaurant en de
camping van de Malçi Brothers die erg leuk zou zijn, om
daarvandaan als het kon bij Shkopet een houten hangbrug te bekijken.
Maar er bleken drie houten hangbruggen te zijn. Al
voor het restaurant zagen we er een.
Niet iedereen had
hier goede ervaringen
De hangbrug
De brug werd nog gebruikt, vertelde een man die daar aan het werk was.
Je zag ook wat oude huizen aan de andere oever. De planken waren ook
stevig en niet verrot, het was een apart gevoel erop te
lopen, licht schommelend omhoog en omlaag, best lekker, maar ik
durfde niet ver
want in het midden helde het plankier naar één kant.
Malçi Brothers
Wat moesten we met de Malçi Brothers? Ik had een filmpje
gezien van twee enthousiaste Hollanders die door beiden voor een tocht
in een boot waren meegenomen, en ik had ze genoemd in mijn artikel over
camperen in Albanië, dus we moesten wel even checken of dat ook
allemaal klopte.
Het terrein, beneden aan de weg langs de oever van een stuwmeer, was
mooi, voor een deel een terras veel hoger dan het water, voor een
deel grasoever, daar waar tussen de bomen campers en tenten konden
staan. Het leek wel alsof Aleks ons al verwachtte. Hij begroette ons
hartelijk, maar er ging iets triests van hem uit.
Later bleek waarom: er kwamen veranderingen in de waterkrachtsituatie,
het was onduidelijk of de plek kon blijven zoals hij was. Overal
die verhalen, de dreiging, mensen die door de overheid in de weg worden
gezeten in plaats van geholpen. Die blikken: wat moeten we doen? We
willen zo graag, maar kunnen niet.
Onze huurauto en Poolse
toeristen aan het stuwmeer bij de Malçi Broers
Het kampeerterrein. Je
kunt hier ook bootjes huren.
De houten brug die we hierna zagen, leek ons niet met de auto
bereikbaar, zoals de eerste. Hoe je er dan moest komen wist ik niet. We
reden door naar Ulëz, waar ik nog niet eerder was geweest. Dat was
een stukje van de SH6 af, die ik in 2018 met de bus had gedaan. Ik
herinnerde me hoe mooi ik de route toen al vond. Maar die 'mammoeten
door de huid van de tijd' zag ik niet meer (ze bleken zich pas op het
laatste stukje voor Burrel te openbaren).
Ulëz
Ook Ulëz viel weer niet tegen, een stil dorp met enkele lelijke
appartementengebouwen maar vooral ook leuke oude huisjes tegen de
heuvels aan, en Restaurant Shpani. Wat een prachtige plek, ook alweer
aan een stuwmeer, een romantisch stenen terrasje met
druivenranken, kanariepietjes, muziek van Vaçe Zela, en
eindelijk de gegrilde forel waar ik al een tijdje over fantaseer. Ook
Jet kreeg precies waar ze zin had, gelaagde pannenkoek.
Een van de vele
verlaten tankstations
Oever bij Shkopet in
het land van de Skuraj
Uitzicht bij Restaurant
Shpani in Ulëz
Borden bij de splitsing
van de SH6 en de weg naar Ulëz, rechts mijn forel
Pure verrukking bij
Restaurant Shpani in Ulëz
Een terrasje lager en
een huis in Ulëz
De fotogenieke
Ulëzbrug over de Mat
Oud-communistische
leuze, die geloof uitspreekt in het domineren van de natuur
Maïs
Tot hier toe was alles relaxed en comfortabel. We gingen eigenlijk
sneller dan ik had verwacht, het was nog maar ruim een uur geloof ik
naar onze overnachting in Fushë Bulqizë. Na de mooie stenen
brug over de Mat bij het Meer van Ulëz (zie foto hierboven) reden
we door agrarisch gebied waar de maïs net geoogst was. Op veel
plekken stonden opers van droge loof van de plant en op
één plek zat iemand kolven te grillen boven houtskool,
zoals ik me ook herinnerde van 2018.
Patchwork
Richting Burrel, een winkel- en restaurantijk stadje, waar een van de
meest beruchte gevangenissen uit de communistische tijd nog steeds in
gebruik is, werd de weg wel slechter. Heel gek: strak asfalt, patchwork
en gatenkaas wisselen elkaar met onvoorspelbare regelmaat af. Net als
je denkt hèhè begint het schudden en zakken weer. Ik had
in het camperartikel
geschreven dat de weg redelijk onderhouden was en ergens klopte dat ook
wel, maar ik stelde me toch voor hoe in de opgepoetste witte
pensionadocontainers het avontuurlijke servies aan het rinkelen zou
slaan. Sorry! Ik hoop dat jullie auto tegen een stootje kan!
De Rruga e Arberit
Moet je kijken, riep ik, is dat nou een brug? Het leek iets
ongelooflijks in dit ruige gebied, maar het was echt zo: bij Klos zagen
we in de verte tussen twee steile bergwanden een nieuwe
constructie glimmen. Die moest onderdeel zijn van de nieuwe Rruga e
Arberit, de Arbri-route, die Dibër (de streek die grenst aan
Kosovo en Noord-Macedonië), te verbinden met Tirana. Voor die
verbinding moet je nu nog altijd vijf uur rijden, de nieuwe weg zou je
in een of anderhalf uur daar brengen.
Ik had gelezen dat er een belangrijke nieuwe tunnel gegraven was, nu
leek het alsof de hele weg al klaar was. We kwamen er als vanzelf op
terecht, prachtig asfalt met op veel plaatsen uit de rotsen gegraven
trajecten en aan weerszijden gebetonniseerde wanden. Zo anders dan de
weg waar we net overheen gereden waren, bijna eng. We gingen uit een
tunnel vandaan over de brug die we in de verte hadden gezien en voor we
het wisten waren we in Bulqizë, de stad van de beruchte
chroommijnen die ik in 2018 ook van dichtbij had gezien.
We hoorden later van twee Engelse toeristen dat de weg nog niet klaar
was. Maps had ze uit Tirana gestuurd maar ze waren op een blokkade bij
een tunnel gestuit en hadden weer helemaal terug moeten gaan.
Follow the signs
Snel na Bulqizë kwam ook de afslag naar Fushë Bulqizë,
zeg maar het dorp bij de stad, dat een stuk van de grote weg af ligt.
Op zeker moment kwam er een splitsing waar ik ons onderkomen, Kulla
Hupi, op een steen rechtsaf aangegeven zag staan, terwijl Google Maps
ons naar links wees. Na een tijdje hobbelen besloten we toch Google
maar te vertrouwen, maar helaas, na een kilometer of 9 werd de weg
steeds smaller en steiler, samen opgaand met de angst van mijn
bijrijder, ik noem geen namen. Nee, nee, ik stap uit, riep ze toen
we op zo'n weggetje steil naar beneden dreigden te raken dat deed
denken aan onze heikele momenten bij Bual toen die nog iets meer
dan blikschade hadden opgeleverd.
Dat ging zelfs mij te ver. Ik belde onze gastheer Lul, geen grapjes nu,
en hij zei, niet tot mijn verrassing, dat we de aanwijzingen moesten
volgen. Dus terug maar weer, na een heel penibel keren en ook nog een
stukje terugrijden omdat er een vrachtautootje aankwam. Jet hield zich
al hyperventilerend heel kranig, maar ook op het laatste deel van de
juiste route was het toch wel weer even zweten, met hellingen van zeker
10% en twee haardspeldbochten in het smalle betonpad.
De beloning was echter schitterend! Wat een geweldige plek, Kulla Hupi,
ik zal er in de volgende aflevering meer over vertellen, voor nu kunnen
jullie vast genieten van de foto's.