En door en terug en verder, na een wandeling door het kalme sfeervolle
voor jongeren ongetwijfeld onverdraaglijk saaie Voskopojë (dat
ooit tot de belangrijkste plaatsen van de Balkan behoorde), naar
Boboshticë, waarover ik eens gelezen heb dat het door Poolse
kruisvaarders gesticht is, maar dat meer bekendheid geniet vanwege zijn
moerbeiraki, raki i manit.
Moerbeiraki
in Vila Melko
We dronken er een koffie (chocola vermomd als capuccino) in de
gigantische jachthut Vila Melko, waarna een jongen ons naar een parkje
bracht dat vol met eeuwenoude moerbeibomen stond. Ondersteund door
stokken, palen en stenen, wat een Bijbelse uitstraling! Ook verder aan
de weg naar Dardhë zagen we ze, heel bijzonder.
Hippieland bij
Voskopojë
Raar gebouw bij
Boboshticë, niemand kon zeggen waarvoor het diende. Een folie?
Inrichting in Vila
Melko in Boboshticë, dat ook weleens busladingen gasten te
verstouwen krijgt
Drie van de
ongeveer 12 moerbeibomen in het parkje in Boboshticë, bekend
vanwege zijn raki i manit
Dardhë,
een deceptie
Dardhë is van oudsher de uitvalsbasis voor Korçaren die het
weekend vieren en 100 jaar geleden was er al een
skipiste voor de Albanezen van
het establishment. Spreekt tot de verbeelding en belooft wat, zou je
zeggen, maar het
werd een deceptie.
Om te beginnen bleek die SH90, die ik in mijn boek had beschreven als
een goed begaanbare doorgaande weg, in Dardhë te eindigen op
een akelig
steil en bochtig weggetje van donkere stukken rots, die ook nog eens
overal gebroken
waren. Geen doen. We hielden het een tijdje vol, maar zouden de banden
zeker
hebben kapot gereden, dus keerden uiteindelijk om nog voor we
erdoorheen gereden waren.
Hotel
Dardhë en de SH90
Verder liep in het iconische jaren '80-hotel, Hotel Dardhë,
waarin menig conferentie
gehouden is, nu alleen maar een bewaker rond, met bezorgde
blik voor de
eventuele vragen die we zouden gaan stellen. Problem, zei hij, no
personel, om alvast de basisvragen voor te zijn.
Hotel Dardhë en
het uitzicht vanaf het terras
Menkulas, of toch maar niet?
We wilden naar Menkulas, tegen de Griekse grens, voor de Dag van
Ditëro Agolli, waar ik me op verheugd had. Misschien dat het
dan via het volgens Google kleinere weggetje langs Arrëz kon?
We reden door een onaards stil berglandschap met geweldige uitzichten
in de diepte en de herfstige kleuren geel, oranje rood, groen, bruin,
waarvan het geel soms bijna goud leek, maar de blauwe lijn die zich in
onze warmste belangstelling mocht verheugen, bleef zich maar
verplaatsen. O, niet langs Arrëz, maar meer naar het zuiden?
Vreemd, vreemd, wat is de bedoeling. Ik geloof dat we een uur reden,
twee keer omkeerden en welgeteld één auto
tegenkwamen, die nog stilstond ook, toen hielden we het voor gezien.
Geen Dardhë, geen Menkulas, maar lunch uit een bakje van de
ochtend, gezeten in de kofferbak op een weg zonder een geluid, een
dier, een auto, een mens.
De heuvels bij
Dardhë in herfsttooi
Het onaardse weggetje
Op de weg terug, tussen Dardhë en Boboshticë, zagen
we nog wel een leuke tent tegen de helling waar de enige skipiste bleek
te zijn, Bigëll Resort. Een aardige jongen met een artistieke
puntsnor die daar met
een groepje de boel aan het verbouwen was, vertelde ons alles wat we
wilden weten, waarna we nog steeds niet begrepen van de mythische
aantrekkingskracht van Dardhë op de mensen uit de stad.
Ski-piste Bigëll
Langs de oostelijke ring van Korçë - heerlijk ruim
en rustig, niet één stoplicht, wel reusachtige
murals - gingen we toen naar Mborje, een dorpje met een beroemd
14de-eeuwse kerkje, de Kisha e Ristozit, in het Engels volgens de
beschrijving aldaar Church of Christ Zoodotes (Lifegiver), dat van
onder tot boven onder de fresco's zit. Afschuwlijke voorstellingen
eigenlijk van engelen (?) die onschuldige kinderen aan een riek rijgen
en mensen levend in het vuur smijten. Hel en verdoemenis, waar dat toch
allemaal goed voor was? Alsof het leven op aarde al niet moeilijk
genoeg is hier...
Mededelingen
(noodkreten?) op blinde muren aan de oostelijke ring van
Korçë
De Kisha e Ristozit in
Mborje, rechts het originele houtbeslag
Gezellige plaatjes van
Onufri om de Middeleeuwse Albanees een hart onder de riem te steken
Ook een wandeling door de straatjes van Mborje bracht weer talloze
verrassingen en uitnodigingen voor koffie, die we allemaal beleefd
hebben afgeslagen want anders kwamen we helemaal niet meer vooruit. We
moesten namelijk ook nog naar Korçë om te kijken
voor betadine, een zonnebril (verloren), nieuwe schoenen voor Jet (oude
stuk: traditie), mokken voor koffie (want de Turkse variant bevredigt
toch niet helemaal) en koffie, een lijst die we met een gang en wilde
zoektocht door zeker acht winkels op de schoenen na konden afstrepen.
Kasteeltje dat iemand
die in Amerika woont, heeft laten bouwen om zijn heerlijkheid te vieren
en rechts de man die het onderhoudt
Dorpstaferelen in Mborje
De moes van druiven,
voor de raki, rechts rozebottels die te drogen liggen voor de thee
Pazari i ri in
Korçë
Nieuw, nog leegstaand
appartementencomplex vlakbij de bazaar in Korçë
Terug in Voskopojë, dat ik zeker 's avonds en 's morgensvroeg
toch wel echt romantisch vind, aten we bij het haardvuur, als enigen,
in Restaurant George. We hadden twee soorten salade besteld en een
lakror, een traditionele plaattaart, een soort pizza, maar kregen de
salades al niet eens op, laat staan die pizza. Die lieten we dus
inpakken en daarvan hebben we nu, twee dagen later, nog steeds het
grootste deel. Geen modieuze kleine porties hier in Albanië.
De lakror die teveel was
Het is nu 26 oktober half 11 's ochtends en na het posten van deze
aflevering loop ik er nog maar eentje achter, maar wie weet wat we
vandaag weer allemaal beleven dat ik ook nog moet/wil (moedwillig?)
beschrijven. Tot later, lieve lezers, en kijk even op het kaartje bij
het overzicht als je wilt weten waar we zijn.