De heuvel op
In Bellovë
Aanwijzingen in
Bellovë, rechts zakken die te lang gelegen hebben
Enkele van de zeer
weinige bewoners van het prachtige dorp
Aan de noordkant van
Bellovë, een oude vrouw aan het werk op de akker
Maïsloof
Uitgebloeide clematis,
daarachter een bijzondere bergkam
Voor degenen die deze tocht ook willen doen ahv dit
blog: het eerste half uur loop je ontspannen over een licht stijgend
pad met aan weerszijden loof en daarachter bouwland, daarna begint een
iets steiler klimmen over een heuvel met struweel (noem je dat zo?),
stenen en stekels. En na in totaal een uur zie je aan je rechterhand
ineens Çerjan liggen tegen de heuvel aan, waarna de afdaling
daarheen nog zo'n half uur duurt. Via de andere kant kun je terug over
een breder pad in iets minder tijd.
Çerjan ziet er te gek uit, uit de verte lijkt het wel zo'n dorp
in de Picos, met van die onverwoestbare burchten, van dichtbij echter
blijkt het net als Bellovë alles behalve florerend, en is het
inderdaad ook nagenoeg verlaten.
De heuvel waarvandaan
je ineens Çerjan ziet liggen
Zicht op het bouwland
van Çerjan
Naar beneden
Appelbomen
Een gore hond
Daarna gebeurt er iets onverwachts. Een man komt blij lachend naar ons
toe en nodigt ons uit voor een koffie. Jet gaat achter hem aan, ik
blijf wat achter om foto's te maken van een paar geiten op het erf. Ik
hoor geschreeuw, kijk om, en daar zie ik een gore hond in de bil van
Jet hangen. Een hoop geschreeuw, ik ren erheen met mijn stok, die man
pakt mijn stok en begint die hond, die maar blijft blaffen en terug wil
naar die lekkere kont, weg te jagen. Met ons drieën of vieren
staan we te schreeuwen tot de hond weggaat.
Albanese farmacie
Gaat het, gaat het? Ik denk dat de hond alleen heeft gedreigd, maar
nee, hij heeft echt toegehapt, de broek van Jet heeft een deurtje en
achter het deurtje zie je precies de tanden van het beest net onder
haar bil. De vrouw van onze gastheer is er ook. Kom, kom, zegt ze. We
mogen naar binnen met schoenen en al en in de warme keuken, waar de
man, Izet heet hij, met witte bonen aan komt zetten, die hij op de
grond begint te verpulveren.
Onze gastheer Izet toen
hij nog vertrouwen had in zijn hond
Izet zet in op de
Albanese farmacie
De verpulverde bonen gaan in een zwachtel, dan moet Izet
de kamer uit en begint zijn vrouw, Hanive, de beschadigde plek verder
te ontsmetten (Izet had al een aanzet gegeven, maar door het deurtje),
wat grondiger, met de broek omlaag. Daarna gaat de zwachtel erom en mag
Izet weer terugkomen. Beiden stralen het volste vertrouwen uit in de
Albanese traditionele geneeskunst. Er komt Turkse koffie geserveerd met
verse en ingelegde peren en we wisselen de gebruikelijke vragen uit.
Izet is enigszins gekalmeerd, al zou je het aan zijn spreekvolume niet
zeggen, even ervoor dachten we dat hij de hond wilde gaan afmaken. Al
zes jaar komen hier toeristen, schreeuwt hij, dit is nog nooit gebeurd!
Hanive aan het
ontsmetten en Izet die vertelt hoe oud hij is (80!)
Hun huis
Izet en zijn geit,
rechts het bordje in Çerjan
Een huis in
Çerjan
Het pad en de
aardappeloogst
De oogst is nog bezig
Het schitterende dal in
herfsttooi
Wachtwoord kafshimi i
qenit
Izet had gezegd dat we ondanks de magische witte bonen toch maar beter
wel naar het ziekenhuis konden gaan om een tetanusprik te halen. Het
duurde nog wel een uur tot Bellovë, dus ik dacht: als er een auto
komt, houden we hem tegen. Het duurde niet lang of daar kwam een oude
Mercedesbus het pad afgehobbeld, helaas van onder tot boven afgeladen
met mensen en aardappelen. De bestuurder wilde doorrijden maar toen ik
het wachtwoord
kafshimi i qenit
zei dat Izet ons meegegeven had, hondenbeet, kon een van de vrouwelijke
meerijders het niet over haar hart verkrijgen en begon ze van alles te
verplaatsen zodat we er toch in konden.
Het meisje had prachtig roodoranje haar (geverfd, biechtte ze op). Ze
bleek in Tirana te wonen en te werken, en was hier om haar familie te
helpen met het vervoer van aardappelen van de velden naar een
opslagplaats ergens bij Peshkopi. In de auto zaten nog haar ouders en
een jonger broertje (op haar schoot). We hobbelden als gekken door die
auto, ik vond het onvoorstelbaar dat de banden het hielden.
Hospital i Peshkopise
Vanaf Bellovë reden we verder met onze eigen auto, zo naar de
Urgendja van het ziekenhuis en een grintachtig parkeerterrein op. Via
een bijna verlaten gang, het leek het badhuis wel, kwamen we achterin
een kamer met mensen. Een klein meisje had net haar arm in het gips
laten zetten, een vrouw zat in een rolstoel pijn te lijden aan een
verdraaide voet, iemand hield röntgenfoto's bij een lichtbak, het
was verder volstrekt onduidelijk wat er gebeurde en wat de bedoeling
was.
Er kwam een vrouw in een groene jas. Who's damaged, vroeg ze. Jet moest
haar eigen naam geven, maar ook de naam van haar vader en haar moeder.
Toen kwam er een vrouw in een roze jas, die Engels sprak. Ze wilde
weten waar we nog meer naartoe gingen. Pogradec, zei ik, Lin. Yes and
then? zei ze. Wat een rare vragen, dacht ik, wil ze ons traceren als
het toch verkeerd gaat ofzo? Nee hoor, ze hoopte dat we ook naar
Përmet gingen. Daar kwam ze vandaan.
Tetanus
Ze vertelde dat er een tetanusvaccinatie moest komen. Uit een andere
plaats, dus we moesten wachten. Ondertussen was een man bezig watten
gedrenkt in sterilon te prepareren. Hij depte de hondenbeet heel
voorzichtig en bedekte toen alle plekken met watten en gaasjes. Het
bloedde een beetje. Jet vond alles prima, ze vond het een avontuur, net
als toen in dat achennebisj ziekenhuis in Les Sparres. Maar hier werden
we heel wat vriendelijker behandeld.
De eerste hulp van het
Peshkopise ziekenhuis
We mochten in een van de kamertjes op een bed gaan zitten tot de
vaccinatie er was. Een verpleegster had speciale belangstelling voor
ons opgevat, vooral voor mij, ze bleef me maar op mijn schouders slaan
omdat ik een paar woorden Albanees sprak. Bravo, bravo! Jet vroeg zich
af wie er eigenlijk patiënt was, zij of ik.
Zuurstof
Op zeker moment kwam er een groepje vrouwen binnen met een meisje in
hun midden dat amper kon lopen. Ze was heel dun en wit en amechtig. Jet
dacht dat ze misschien mishandeld was, maar het leek er eerder op dat
dit iets was wat vaker was gebeurd. Een klaplong, iets met het hart?
Haar moeder en een zus stonden hevig ongerust te kijken, terwijl
er zuurstof kwam en een mobiel ECG-apparaat (volgens Jet). We hoorden
haar piepen en kermen achter het gordijn. Haar vader kwam ook en bleef
maar ijsberen en in zijn ogen wrijven. Ontzettend zielig.
Zuurstofapparaat met
waterslot
De verblijfsafdeling
van het ziekenhuis, rechts een bed op de eerste hulp
Gratis prik en koffie
Na ongeveer een half uur was de ampul gearriveerd met de vaccinatie en
TIG ineen, zo bleek bij navraag, want wij hadden ondertussen natuurlijk
wel wat research gedaan. De verpleegster zette de prik net boven de
wond. Nu nog een half uur wachten, liet ze weten, of er geen
onverwachte bijwerkingen waren. Wat moeten we betalen, vroeg ik. O, zei
ze, niets hoor. Hè, zeiden wij, hoe kan dat nou? In Lesparre
moesten we eerst betalen voor we überhaupt naar binnen mochten in
de Clinique Mutualistes, maar ja, Fransen zijn geen Albanezen
hè...
Het werd nog gekker: na het halve uur wachten nam de verpleegster ons
mee voor een koffie in de bar. Van mij, zei ze trots, ik betaal. Maar,
maar... zeiden wij. Nee hoor, ik betaal, zei zij. We waren er beduusd
van, en eigenlijk ook heel vrolijk. Leer een paar woorden Albanees en
de deuren gaan voor je open.
Afscheid van het
ziekenhuis in Peshkopi en alle lieve mensen
We reden naar het hotel en genoten nog lang na van het gekke avontuur.
Benieuwd wat ons morgen weer te wachten staat.