logo albanieblog


45    Bellovë en Çerjan



Zondag, 20 oktober 2024
Alles begon lekker zondags. Ik ging om 7.15 naar beneden om aan een gewone tafel wat te schrijven (wat vroeg eigenlijk!) en voor ik het wist zat ik met Jet lekker te ontbijten, haar favoriete Albanese gerecht petulla's.


ontbijtjufka
Ontbijt bij Nëna Dashuri (Moeder Liefde), rechts de specialiteit van het huis


Vandaag zouden we voor het eerst echt gaan wandelen. We hadden onze nieuwe Stox-sokken aan, flesjes water gevuld, nootjes en ontbijtrestanten mee (geheel gefaciliteerd door onze gastheer Alfred). We reden de badhuisweg af en langs het badhuis de nieuwe weg richting Bellovë op en parkeerden de auto bij de oude opslagplaatsen onder het dorp waar we gisteren de mensen met de ezels hadden gezien en begonnen naar boven te lopen.

De belofte van Bellovë
Bellovë had niets teveel beloofd: het was een prachtige straat met oude huisjes aan weerszijden, deed me zelfs een beetje denken aan het betoverende Venasque in de Provençe, alleen was alles vervallen, ook een oude kulla. Aan de toren afgemeten moet het dorp vroeger toch zeker van strategisch belang zijn geweest in de strijd tegen de Macedoniërs, de Grieken, de Bulgaren en andere barbaren (zo noemen ze alle aanvallende groepen volgens mij). We dachten eerst dat het dorp geïsoleerd op een heuvel lag, maar boven aangekomen, bleek er een pad nog verder omhoog te gaan, naar Çerjan en zelfs Radomirë, aan de voet van de hoogste Albanese berg de Korab.

We namen op goed geluk het pad en het was geweldig!


bellove
Onderaan de heuvel naar Bellovë

ji
De heuvel op

kulla
In Bellovë

bordjezakken
Aanwijzingen in Bellovë, rechts zakken die te lang gelegen hebben

poespoes
Enkele van de zeer weinige bewoners van het prachtige dorp

hek
Aan de noordkant van Bellovë, een oude vrouw aan het werk op de akker

vrouw
Maïsloof

n
Uitgebloeide clematis, daarachter een bijzondere bergkam


Voor degenen die deze tocht ook willen doen ahv dit blog: het eerste half uur loop je ontspannen over een licht stijgend pad met aan weerszijden loof en daarachter bouwland, daarna begint een iets steiler klimmen over een heuvel met struweel (noem je dat zo?), stenen en stekels. En na in totaal een uur zie je aan je rechterhand ineens Çerjan liggen tegen de heuvel aan, waarna de afdaling daarheen nog zo'n half uur duurt. Via de andere kant kun je terug over een breder pad in iets minder tijd.

Çerjan ziet er te gek uit, uit de verte lijkt het wel zo'n dorp in de Picos, met van die onverwoestbare burchten, van dichtbij echter blijkt het net als Bellovë alles behalve florerend, en is het inderdaad ook nagenoeg verlaten. 


n
De heuvel waarvandaan je ineens Çerjan ziet liggen

n
Zicht op het bouwland van Çerjan

njet
Naar beneden

cerjan
Appelbomen


Een gore hond
Daarna gebeurt er iets onverwachts. Een man komt blij lachend naar ons toe en nodigt ons uit voor een koffie. Jet gaat achter hem aan, ik blijf wat achter om foto's te maken van een paar geiten op het erf. Ik hoor geschreeuw, kijk om, en daar zie ik een gore hond in de bil van Jet hangen. Een hoop geschreeuw, ik ren erheen met mijn stok, die man pakt mijn stok en begint die hond, die maar blijft blaffen en terug wil naar die lekkere kont, weg te jagen. Met ons drieën of vieren staan we te schreeuwen tot de hond weggaat.

Albanese farmacie
Gaat het, gaat het? Ik denk dat de hond alleen heeft gedreigd, maar nee, hij heeft echt toegehapt, de broek van Jet heeft een deurtje en achter het deurtje zie je precies de tanden van het beest net onder haar bil. De vrouw van onze gastheer is er ook. Kom, kom, zegt ze. We mogen naar binnen met schoenen en al en in de warme keuken, waar de man, Izet heet hij, met witte bonen aan komt zetten, die hij op de grond begint te verpulveren.
 

manjet
Onze gastheer Izet toen hij nog vertrouwen had in zijn hond

bonenbonen
Izet zet in op de Albanese farmacie


De verpulverde bonen gaan in een zwachtel, dan moet Izet de kamer uit en begint zijn vrouw, Hanive, de beschadigde plek verder te ontsmetten (Izet had al een aanzet gegeven, maar door het deurtje), wat grondiger, met de broek omlaag. Daarna gaat de zwachtel erom en mag Izet weer terugkomen. Beiden stralen het volste vertrouwen uit in de Albanese traditionele geneeskunst. Er komt Turkse koffie geserveerd met verse en ingelegde peren en we wisselen de gebruikelijke vragen uit.

Izet is enigszins gekalmeerd, al zou je het aan zijn spreekvolume niet zeggen, even ervoor dachten we dat hij de hond wilde gaan afmaken. Al zes jaar komen hier toeristen, schreeuwt hij, dit is nog nooit gebeurd!


vrouw67
Hanive aan het ontsmetten en Izet die vertelt hoe oud hij is (80!)

huis]
Hun huis

geitbordje
Izet en zijn geit, rechts het bordje in Çerjan

n
Een huis in Çerjan

ja
Het pad en de aardappeloogst

n
De oogst is nog bezig

k
Het schitterende dal in herfsttooi


Wachtwoord kafshimi i qenit
Izet had gezegd dat we ondanks de magische witte bonen toch maar beter wel naar het ziekenhuis konden gaan om een tetanusprik te halen. Het duurde nog wel een uur tot Bellovë, dus ik dacht: als er een auto komt, houden we hem tegen. Het duurde niet lang of daar kwam een oude Mercedesbus het pad afgehobbeld, helaas van onder tot boven afgeladen met mensen en aardappelen. De bestuurder wilde doorrijden maar toen ik het wachtwoord kafshimi i qenit zei dat Izet ons meegegeven had, hondenbeet, kon een van de vrouwelijke meerijders het niet over haar hart verkrijgen en begon ze van alles te verplaatsen zodat we er toch in konden.

Het meisje had prachtig roodoranje haar (geverfd, biechtte ze op). Ze bleek in Tirana te wonen en te werken, en was hier om haar familie te helpen met het vervoer van aardappelen van de velden naar een opslagplaats ergens bij Peshkopi. In de auto zaten nog haar ouders en een jonger broertje (op haar schoot). We hobbelden als gekken door die auto, ik vond het onvoorstelbaar dat de banden het hielden.

Hospital i Peshkopise
Vanaf Bellovë reden we verder met onze eigen auto, zo naar de Urgendja van het ziekenhuis en een grintachtig parkeerterrein op. Via een bijna verlaten gang, het leek het badhuis wel, kwamen we achterin een kamer met mensen. Een klein meisje had net haar arm in het gips laten zetten, een vrouw zat in een rolstoel pijn te lijden aan een verdraaide voet, iemand hield röntgenfoto's bij een lichtbak, het was verder volstrekt onduidelijk wat er gebeurde en wat de bedoeling was.

Er kwam een vrouw in een groene jas. Who's damaged, vroeg ze. Jet moest haar eigen naam geven, maar ook de naam van haar vader en haar moeder. Toen kwam er een vrouw in een roze jas, die Engels sprak. Ze wilde weten waar we nog meer naartoe gingen. Pogradec, zei ik, Lin. Yes and then? zei ze. Wat een rare vragen, dacht ik, wil ze ons traceren als het toch verkeerd gaat ofzo? Nee hoor, ze hoopte dat we ook naar Përmet gingen. Daar kwam ze vandaan.

Tetanus
Ze vertelde dat er een tetanusvaccinatie moest komen. Uit een andere plaats, dus we moesten wachten. Ondertussen was een man bezig watten gedrenkt in sterilon te prepareren. Hij depte de hondenbeet heel voorzichtig en bedekte toen alle plekken met watten en gaasjes. Het bloedde een beetje. Jet vond alles prima, ze vond het een avontuur, net als toen in dat achennebisj ziekenhuis in Les Sparres. Maar hier werden we heel wat vriendelijker behandeld.


zj
De eerste hulp van het Peshkopise ziekenhuis


We mochten in een van de kamertjes op een bed gaan zitten tot de vaccinatie er was. Een verpleegster had speciale belangstelling voor ons opgevat, vooral voor mij, ze bleef me maar op mijn schouders slaan omdat ik een paar woorden Albanees sprak. Bravo, bravo! Jet vroeg zich af wie er eigenlijk patiënt was, zij of ik.

Zuurstof
Op zeker moment kwam er een groepje vrouwen binnen met een meisje in hun midden dat amper kon lopen. Ze was heel dun en wit en amechtig. Jet dacht dat ze misschien mishandeld was, maar het leek er eerder op dat dit iets was wat vaker was gebeurd. Een klaplong, iets met het hart? Haar moeder en een zus stonden hevig ongerust te kijken, terwijl er zuurstof kwam en een mobiel ECG-apparaat (volgens Jet). We hoorden haar piepen en kermen achter het gordijn. Haar vader kwam ook en bleef maar ijsberen en in zijn ogen wrijven. Ontzettend zielig.


zz
Zuurstofapparaat met waterslot

zz
De verblijfsafdeling van het ziekenhuis, rechts een bed op de eerste hulp


Gratis prik en koffie
Na ongeveer een half uur was de ampul gearriveerd met de vaccinatie en TIG ineen, zo bleek bij navraag, want wij hadden ondertussen natuurlijk wel wat research gedaan. De verpleegster zette de prik net boven de wond. Nu nog een half uur wachten, liet ze weten, of er geen onverwachte bijwerkingen waren. Wat moeten we betalen, vroeg ik. O, zei ze, niets hoor. Hè, zeiden wij, hoe kan dat nou? In Lesparre moesten we eerst betalen voor we überhaupt naar binnen mochten in de Clinique Mutualistes, maar ja, Fransen zijn geen Albanezen hè...

Het werd nog gekker: na het halve uur wachten nam de verpleegster ons mee voor een koffie in de bar. Van mij, zei ze trots, ik betaal. Maar, maar... zeiden wij. Nee hoor, ik betaal, zei zij. We waren er beduusd van, en eigenlijk ook heel vrolijk. Leer een paar woorden Albanees en de deuren gaan voor je open.


zz
Afscheid van het ziekenhuis in Peshkopi en alle lieve mensen


We reden naar het hotel en genoten nog lang na van het gekke avontuur. Benieuwd wat ons morgen weer te wachten staat.




Door naar aflevering 46
Terug naar het overzicht




Heb je vragen, opmerkingen, tips? Mail!
Wil je meer weten over mijn andere werk? Ga naar de homepage van mijn site



Tekstbureau Yvonne van Osch
Binnenkadijk 117, 1018 ZE Amsterdam
opschrift@tip.nl | 06-37313100