logo albanieblog


38 Vermosh



Zaterdag, 12 oktober
Dubben dubben, wat moest ik nou doen? Het idee in mijn eentje een auto te huren, sprak me steeds minder aan. Niemand spreken, niets van de omgeving kunnen bekijken, beetje eng ook wel, en zou het echt goedkoper zijn? De brandstofprijzn in Albanië behoren tot de hoogste van Europa, door fiscale politiek, las ik, en domestic abuse, ik weet niet wat dat betekent in dit verband maar goed klinkt het niet. Renato, mijn nieuwe beste vriend, pleegde nog een paar telefoontjes om te checken of iemand het voor minder zou doen, maar nee. Ik was eruit: ik zou naar Bar Malesia e Madhë gaan.


bedkat
Mijn kamer in InTown Guesthouse en de huiskat in de tuin

kioskkiosk
Straatgezichten van de wijk Rus


Een adelaar in mijn rugzak
Renato had trouwens een voorkeur voor Nederlandse toeristen, die hadden respect, zei hij, en vertrouwden hem als hij een advies gaf. Mij vond hij ook heel aardig, zei hij, vooral omdat ik mijn werk met passie deed (dat kon hij kennelijk aan me zien?) en iets wilde betekenen voor zijn land. Om zijn waardering te tonen gaf hij mij bij het weggaan… een houten beeld van een adelaar.

Rustig blijven, dacht ik bij mezelf, je verzint wel wat. Wow, zei ik, this is, this is… Ik probeerde het in mijn rugzak te proppen, maar wat ik ook deed, het paste niet, dus ik liep door Shkodër met twee houten vleugels boven mijn hoofd. Vond het zelf wel een goede promotie. Xhulie wilde het wel voor me bewaren tot ik weer terug was.


kippenxhulie
Man met kippen in Shkoder en Xhulie met mijn houten adelaar


Marie Tuçi
In de bar van Xhulie begon ik me helemaal thuis te voelen, vooral toen ik net het onoverkomelijk lijkende probleem had opgelost met de overdracht van bestanden naar de server, waar ik gisteren op stuitte.
Zo klein zijn mijn problemen. Hierover gesproken: wat ik nog vergat te vertellen was dat ik even was gaan lopen en achter de hostel een kerk vond met de naam Kisha e motrave stigmatine.

tuciDe deur was open en ik zag meteen de foto van het gezicht van een non aan de muur boven een kleine stenen grafkist (niet de foto die je hier ziet). Ik herkende dit gezicht maar wist het verhaal niet meer precies. Toen ik het opzocht weer wel. Marie Tuçi was een van de 38 geloofsbelijders in Shkodër die door het communistische regime vanwege het atheïstisme waren opgepakt, gemarteld en gedood. In alle gruwelijkheden was het verhaal van Tuçi me extra bijgebleven: ze had zo lang en vasthoudend stand gehouden dat haar beulen beloofden haar zo toe te takelen dat haar familie haar niet meer zou herkennen. Ze hadden haar in een zak gestopt met katten die ze knuppelden zodat die hun paniek op Marie Tuçi luchtten. Tuçi overleefde de beten en krabwonden nog twee dagen voor ze stierf, op 22-jarige leeftijd. Ze zou God nog hebben bedankt dat ze in vrijheid kon sterven.


In het busje
Xhulie ging mee in het busje van chauffer Pietera. Leuk, dacht ik, kunnen we kletsen. Maar toen ik vroeg waarom ze zwarte kleren droeg (ik wist dat haar man nog leefde) kwam naar voren dat ze diep in de rouw was om haar broer, die drie maanden terug plotseling was gestorven. Ze ging naar haar moeder in Hani i Hotit bij de grens met Montenegro om haar te steunen. Ik probeerde een paar keer een onderwerp aan te snijden maar ze was niet in de stemming. 's Avonds stuurde ze een appje: How are you sweetheart? Op haar profielfoto zag ik een stralende jonge meid die in niets leek op de vrouw die ik had gezien.

De sfeer was evengoed prima in het busje, erg vriendschappelijk. Voorin zat een man met weinig tanden die ze doktore noemden. Een beetje een druktemaker maar wel gezellig, en inderdaad een dokter, huisarts voor de hele streek Kelmend, en zelfs Dugadjin, waar Theth ligt. Een paar dagen hier, een paar dagen daar. Nu ging hij enkele dagen in Tamarë naar een lokaal ziekenhuisje, waar hij ook sliep, om patiënten te ontvangen. De meesten die hij zag hadden hart- of longproblemen, vertelde hij. Hij was er eigenlijk klaar mee, liet hij ook weten. Hij was er een keer een paar maanden  uit geweest, had schapen gekocht, ze gehoed en weer verkocht. En daarmee had hij meer geld verdiend dan met die stomme baan! schreeuwde hij door het busje. Hij was gescheiden, zijn dochters woonden in Amerika. Ik vroeg hem later waarom hij toch volhield. What can I do, zei hij.


tamare
Tamarë

dokter
Dokter Ardian sluit het hek van zijn ziekenhuisje


Pietera stopte om de haverklap, niet alleen om mensen in en uit te laden, maar ook spullen. Zo zat mijn buurvrouw heel lief de hele rit met een taartdoos op schoot. Vanaf Tamarë was ik nog de enige. We reden langs een uitgemergelde Cem, waar volgens Pietera helemaal geen vis meer zat. Hij wist niet waarom. Wel gaf hij aan dat de hydrocentrale die in een ander stuk van de rivier stond een ramp was, ook voor de hostel die hij en zijn vrouw in Tamarë runden samen met een supermarkt. De opslag was zo onevenwichtig dat de stroom om de haverklap uitviel. Hoe het kwam dat de overheid er niets aan deed? Overheid, zei hij met een wegwerpgebaar. Hou alsjeblieft op.


forellen
Een forellenkwekerij voorbij Tamarë, ter vervanging van de wilde vis


Het was mooi op het laatste stuk naar Vermosh, veel grintafslag maar ook hellingen met bomen in alle kleuren van de Jamaicaanse vlag, maar toch niet helemaal zo mooi als ik had gedacht, om eerlijk te zijn. Weinig variatie. Voorbij de afslag naar Gusinjë, in Montenegro, werd de weg slechter, we kwamen door een centrumpje met een plaveisel van keien, daarna een pad van zand en grint, een beetje zoals in Theth in 2018.

Guesthouse Peraj
Peraj was het laatste guesthouse, ze wisten niet dat ik kwam, moesten snel een kamer in orde maken. Het was een lekker zootje daar, een groot gebouw en bijgebouw met diverse schuurtjes, verderop vier huisjes en daar tussenin een enorm veld met een gebouwtje waar een groep mensen zat te eten. Overal liepen kleine varkens en poesjes, ik vond het meteen leuk. Het was een heel stuk koeler dan in Skhoder, ik denk niet meer dan 14 graden, maar achter een van de gebouwen smeulde een vuur, waar vlees op geroosterd werd, waar ik meteen ging zitten.

Ik was ontvangen door een meisje van 11, Elda, dat voortreffelijk Engels sprak, met een duidelijk Amerikaans accent. Waarschijnlijk alles opgepikt van films. De kinderen zijn hier de redding denk ik, voor buitenlandse toeristen, hun ouders spreken kennelijk geen woord van een andere taal. Ik vond het ongelooflijk hoe volwassen ze leek voor haar leeftijd. Ik vroeg of ik iets kon eten: misschien wat vlees en sla en een paar aardappelen. Zij dacht dat 1 aardappel wel genoeg was. We want you to eat, zei ze, but not overeat. Ik at bij het vuur, in een steeds maar groeiend gezelschap van dieren.


huishuis
Het erf van Peraj

mira
De gastvrouw Mira, oma van Elda

zefvuur
Gastheer Zef (zoon van Mira) en mijn tafeltje bij het vuur


Het landelijke leven
De volgende dag, vandaag, zondag 13 oktober, toog ik op weg na een ontbijt van petulla (platte oliebollen) met vijgenjam om te kijken wat er allemaal was. Heerlijke taferelen van het bucolische leven: varkens, moestuintjes, appelbomen, troeperige erfjes, een traditioneel geklede vrouw in meditatie.

Ik had eerder een steil pad naar de waterval geprobeerd en gauw voor gezien gehouden (verstandig zijn!), maar even verderop aan de weg bleek een mooi geplaveid pad naar de attractie, speciaal gesponsord door onder meer Oostenrijk zag ik. Ook het centrum van Vermosh onderging een facelift volgens een vertrouwd recept: witte keien, een hoekig plein en een groot gebouw bedoeld als toeristeninformatie, dat volgens mij 9 van de 10 keer een heel kort leven beschoren blijkt te zijn (ik denk oa aan Voskopojë, Tamarë, Krujë, korçë, Pëshkopi en Theth).


vermosh
De weg voor Guesthouse Peraj

bj
Beelden van Vermosh, rechts het centrumpje

varkensvrouw
Biggen op het pad naar de waterval en een traditioneel geklede vrouw

uienwaterval
Uien die te drogen hangen en de waterval


Er waren geen buitenlandse toeristen, alleen enkele Albanese, net als in Peraj Guesthouse, en ik vond het na een paar uur wel een beetje eenzaam, dus hoopte wat aanspraak te hebben in Guesthouse Tradita even verderop in de heuvels naar het noorden. Maar de jeugdige vertaler van dienst vertelde me dat unfortunately de vader van zijn oom (de eigenaar) was overleden en dat ze deze week gesloten waren. Terug in Peraj hoorde ik dat de man van Mira drie weken geleden was overleden. Het leek wel te heersen. An accident? vroeg ik nog aan Elda. He just died, zei ze.

Transport
Ik at byrek in de zon en langzaam diende het vraagstuk van transport naar de volgende plaats zich aan: van Vermosh naar Lepushë. Het was niet zo dat een van de mensen daar me wel even brachten, zoals ik eigenlijk had gehoopt. Elda ging rondvragen en kwam terug met de schokkende mededeling dat ze iemand wist die het voor 30 euro wilde doen. Veel te veel, riep ik meteen. Het is natuurlijk niet dat geld het allergrootste probleem is, maar ik wist dat ik werd afgezet als ik dat ging betalen en dat wil niemand toch.

Aangezien we aan het eind van een weg zaten leek het me uitgesloten dat niemand die daar kwam eten me mee zou kunnen nemen naar de volgende plaats. Dat was ook zo, een jong stel, en ze spraken nog Engels ook. Ze bleken uit Tirana te komen, Rafaela en Alexander heetten ze, zij was data-engineer en hij software-engineer. Ze hadden het economisch goed, vertelden ze toen ik natuurlijk onmiddellijk weer over politiek begon, maar ja dat was niet alles. Als je kinderen wilt, bijvoorbeeld, waar ga je ze op school doen, wat voor toekomst ga je ze geven? En je hart breekt, zei Alexander, als je 's morgens uit je huis komt en je ziet de mensen rennen om naar hun werk te gaan. Dit laatste begreep ik niet helemaal, hadden ze geen geld voor een auto of zelfs de bus? maar ik voelde wel hun twijfels. Rama, schei uit, hij was net als zovelen anderen: begonnen met idealen, geëindigd met geld en een aan verachting grenzende onverschilligheid voor het leed van gewone mensen, het leek wel gif.


frafaela
De keuken van Mira, rechts Alexanders en Rafaela


Wow, riep ik ineens, wat mooi, moet je kijken! Ja stop even, zei Rafaelo, dit is het mooiste stuk. Vlak voor Lepushë openbaarde zich een dal dat baadde in zon, met daarachter de grote grijze wand van de Maja e Vajuzhes. Niet zo spectaculair als Valbona en Theth, zeg ik erbij, maar toch: mooi. Alexander bracht me helemaal tot Hotel Alpin, dat beneden gelegen is aan het eind van een grintweg. En daar ben ik nu dus, in een opnieuw vrij koude kamer zonder douche en wc, maar een heerlijke veranda waar ik in het laatste zonlicht dit zit te tikken, bij een heerlijke geur van haardvuur met worst. Het is pas kwart over vier, ik moet nog wel iets verzinnen, maar dit is gedaan.




Door naar deel 39
Terug naar het overzicht




Heb je vragen, opmerkingen, tips? Mail!
Wil je meer weten over mijn andere werk? Ga naar de homepage van mijn site



Tekstbureau Yvonne van Osch
Binnenkadijk 117, 1018 ZE Amsterdam
opschrift@tip.nl | 06-37313100