logo albanieblog


36 Aankomst en Shkodër 4



Donderdag, 10 oktober 2024
Nou daar gaan we. De eerste aflevering van mijn nieuwe blogserie, vanaf het terras van Hotel Coloseum in Shkodër, waar de mensen speciaal een verlengsnoer voor me hebben aan laten rukken, vrijwel in het donker, met 25 graden en toch nog aardig wat geniepige mugjes. Het was een bijzondere dag, een tijd lang moeizaam en toch ook weer erg feestelijk Albanees, met een speciale ontmoeting die naar goed gebruik een werkelijk bizar toeval in zich droeg. Daarover later.

Rinas
Eerst maar de aankomst, leve Rinas, en de bagagehal waar ze inmiddels behalve maar liefst zes functionerend pinautomaten hadden en een automatische paspoortcontrole met zeker 20 poortjes die allemaal nog werkten ook. Vooruitgang! Ik moest wel 8 euro aftikken om 20.000 lek op te nemen, maar ja je moet toch geld hebben, zei een Hollandse vrouw die ik op Schiphol met mijn boek had zien lopen, iets waar ik vurig op gehoopt had. 


bagagehal
Pinautomaten in de bagagehal van Rinas


In de aankomsthal werd je direct naar links geleid tussen een haag van mensen met naambordjes door, en wachtte de gebruikelijke chaos van huurauto’s, huurautokiosken, taxi’s en nerveus zoekende toeristen. Hoe werkt het hier, wat is de bedoeling? Ik nam de eerste de beste taxi, een gele, die me voor 15 euro naar Hotel Britania bracht, in Kamëz, aan de noordkant van Tirana. De chauffeur lachte de hele tijd vriendelijk maar reed als een beest, met wilde slaloms om alle gaten heen. Hij zei dat je niet de Airport-taxi's moest nemen want die rekenden minimaal 25 euro om naar Tirana te komen. Maffia!

Hotel Britania
Dat Hotel Britania was een experiment, veel te luxueus eigenlijk voor mijn smaak maar ik wilde weleens in zo’n bonbondoos slapen. De kamer was mooi, en heel compleet met pilaren en Perzische kleedjes enzo, maar wel met een wc-bril die niet past, een pedaalemmertje waarvan het deksel op het marmer keilt en een dikke vette kever op de muur, dingen die je eerder in een hostel verwacht.
Ik zocht snel een eenvoudig barretje voor een biertje langs de weg, maar dat viel niet mee,  overal vuil en losliggende tegels, een eenzame zoektocht en toen hangende mannen in een muur van rook. En het hele erge heb ik nog niet verteld en dat is dat ik terwijl ik juist vooraf mijn bundel van Hollandsnieuwe (zonder uitjes) met maar liefst 20.000 Mb had verhoogd uit voorzorg ik van dezelfde provider ineens een berichtje zag oplichten met de vrolijke beginregel: Hoi, je bundel is op...


hotel britania
Hotel Britania in de morgen


Hoi, je bundel is op
Wat! En ik had alleen twee of drie appjes verstuurd en ontvangen, zonder foto's of filmpjes. Echt vijandig, net als vorige keer in Servië, alsof de kransslagader van het intermenselijk contact wordt afgeknepen. Maar het bed van Britania was heerlijk, en het ontbijt ook.
Daarna moest ik nog wel zien weg te komen, vanmorgen. Naar Tirana met de taxi, zeiden ze daar, en dan op de terminal de bus pakken. Maar daar had ik echt geen zin in, eerst naar het zuiden om naar het noorden te gaan, ook omdat ik vanaf Rinas gisteren eerst naar het noorden gereden was, zo is het gelegen, toen naar het oosten, toen ver naar het zuiden omdat de middenberm gesloten was en vervolgens weer naar het noorden, wat de routing betreft de slechtste hotelkeuze die ik had kunnen maken.

Fushë Krujë
Dus ik ging aan de weg staan en hield een busje aan, zo doe je dat hier, naar Fushë Krujë wat noordelijker, het verkeersknooppunt waar ik in 2018 een draadmaaier voor iemand had gekocht (zie blog deel 2). Daar kwam ik midden in een markt terecht. De mensen vonden het wel leuk, een vrouw op leeftijd met een rugzak. Evengoed moest ik alles afslaan wat ik aangeboden kreeg want ja mensen waar laat ik zo gauw een kip of een kilo olijven?


markt

kippen

tomatenolijven
De markt in Fushë Krujë

damesdames
Twee lieve dames in Fushë Krujë


De bus pakken

Uit Fushë Krujë vandaan moest ik naar de grote weg gaan lopen, zei iemand, en dan over een brug om de bus te pakken verder naar het noorden... maar bij de brug stond een verbodsbord voor voetgangers en ik aarzelde omdat ik beloofd had verstandig te doen, waarna ik niets anders kon verzinnen om dan maar heel verstandig een auto aan te houden. Een aardige man, die Ilini heette, nam mij mee tot vlakbij Lac, waar ik met drie anderen gewoon op de vluchtstrook met langsrazend verkeer wachtte op de bus.
Daarna die inmiddels vertrouwde aaneenschakeling van meubelwinkels, werkelijk honderden achter elkaar, het reuzenriet, de banden- en stenenstapels, mensen op vreemde voertuigen, stukjes bouwgrond en onafzienbare landschappen van gebroken beton, die hele chaos waar ik niet tussen zou willen wonen maar die ik als buitenstaander onweerstaanbaar vind, tot Shkodër. ik bleef maar tegen het raam geplakt.


rietonderweg

onderwegonderweg

onderweg
Onderweg tussen Fushë Krujë en Shkodër


InTown Guesthouse
Mijn hotel hier is InTown Guesthouse, een oud huis, dat stijlvol op verval is terugveroverd en tot hostel omgebouwd door een jong stel, Renato en Sheli, met origineel houtwerk, een oude vloer en sierlijke binnentuin, alleen met een ultraklein wc'tje en de douche daarboven (combineren maar). Het blijkt op spuugafstand van de plek met streetart die de cover van mijn 5e druk siert.


r
De fotogenieke Rruga G'juhadol

streetartkastanjes

straatgezicht


Corien en Frank
Ik had een heel programma maar nu was mijn eerste opdracht toch wel om iets te regelen met mijn telefoon, zodat ik niet van terras naar terras hoefde te hoppen om iets op te kunnen zoeken. Dat gaat overigens best makkelijk, als je ergens binnenkomt met je telefoon pakken ze hem gewoon uit je hand en toetsen ze de wifi-sleutel in. Bij een One-winkel zag ik reclame voor een Tourist Pack en kocht ik voor 2900 lek (30 euro) een Albanese sim-kaart met onbeperkte data voor 21 dagen. Een meisje zette hem naast de andere sim-kaart in de houder alsof het niets was.

Nu eten, dacht ik opgelucht, want het was onderhand geloof ik twee uur. Ik zocht Villa Bekteshi achter de Rruga Kolë Idromeno (de toeristenstraat) en daar zag ik twee mensen wat beteuterd naast hun fiets staan. Closed? vroeg de man, en ik antwoordde gewoon in het Hollands, want die open blik en die degelijke fietsen, dat kon haast niet anders? Hilariteit. Corien en Frank heetten ze. Ze maakten een toer langs de Adriatische kust met een busje waar ze ook de fietsen in hadden, waren al in Venetië geweest, Kroatië, Bosnië-Herzegovina en Montenegro, en nu net in Albanië aangekomen, onderweg naar Griekenland en Italië. Wat ze hier zouden doen? Ze moesten de reisgids nog bestuderen, zei Corien. O, zei ik, welke reisgids heb je? En ja hoor, daar kwam mijn oranjeblauwe trots en glorie uit de tas.

Corien was opgetogen dat ze de schrijver ervan ontmoette. Wat een grappig toeval! We lieten elkaar natuurlijk niet meer gaan en doken het eerste het beste restaurant in dat niet voor restauratie gesloten was, waar het voornemen alleen wat drinken vanwege de matige akoestiek naadloos overging in toch maar gewoon lekker eten.


byrekbyrek
Moeder maakt byrek in het restaurant


Nu moest ik nog uit zien te vinden waar ik het gezicht van Corien van kende. Dat ging snel. Van de AH, het bleek dat ze woonden op Wittenburg, vlakbij ons dus, we deden boodschappen bij dedezelfde supermarkt. Maar ook daarmee was nog niet alles bij elkaar gekomen. Even later kwam namelijk ons huisje in Friesland ter sprake. Corien wilde weten waar het was. Bij Dokkum, zei ik, ken je de omgeving? Ja, zei ze, we zijn daar een keer geweest op een terp. In Jannum, zei Frank. Corien wist het weer. Daar hebben we nog met twee vrouwen staan praten, zei ze. Ik begon te lachen. Wat? riepen ze. Je gaat me niet vertellen dat jullie dat waren! Maar het kon niet anders, dat waren wij!

Ongelooflijk. Jannumgangers vinden elkaar overal, zo zie je maar, we trekken naar dezelfde plaatsen, zoeken dezelfde achteraf-restaurants, wonen op vier hoog zonder lift...


corien en frank
Corien en Frank


Een Albanese sim-kaart
Ik moest terug naar de winkel want tot mijn grote frustratie bleek de sim-kaart toch nog niet geactiveerd, zoals dat meisje beloofd had. Maar helaas, de winkel was gesloten, het meisje gevlogen. Closed, zei een voorbijganger, die waarschijnlijk mijn ternauwernood onderdrukte woedeaanval voor aarzeling hield. Rustig blijven, zei ik tegen mezelf. Eén voornemen deze reis: geen ergernissen. In het wilde weg (zonder Maps) ging ik toen maar op pad om een fiets te huren, en ja hoor, ik vond een andere One-winkel, waar nog wel een meisje aanwezig was. Don't worry, zei ze geruststellend. Ik had de kaart nog moeten selecteren via Sim-beheer (onthoud dit, lezers! Kijk in Instellingen bij Verbindingen). Hoe het werkt, snap ik niet, want ik kan gewoon mijn eigen nummer behouden, maar het kan me niet schelen, ik ga al die onbeperkte Mb's gebruiken.

Roma
Volgde een fietstocht naar Zuës, over de oude brug aan de andere kant van de Bunë, maar niet voordat ik nog een blik geworpen had op de krottenwijk van een bevolkingsgroep die allerlei namen lijkt te hebben, ik dacht dus Ashkali, maar die ze hier gewoon gypsy's noemen. Het was erbarmelijk om te zien, mensen leefden daar in de modder tussen vuilnis in houten hutjes en oude auto's, niet één plek van warmte of enige vorm van comfort. Treurnis. Ik probeerde naast mijn fiets een paar foto's te maken en wilde wel een praatje aanknopen, maar meteen zwermden jongetjes met wilde blikken, koortsachtig in broodjes bijtend en om geld vragend om me heen, dus ik maakte me lief byebye roepend uit de voeten.


krottenwijk

krottenwijk
Krottenwijk bij Shkodër. In heel Albanië wonen 60.000 Roma en Sinti


Aramees
Om voorbij Zuës bij de agrotoerismes die ik wilde checken te komen moest ik een stuk over de snelweg en vervolgens langs een akelig pad van grint en keien omhoog. Maar alles daar zag er triest en verlaten uit, ik hield het halverwege voor gezien. Na een korte blik op Shirokë om te zien of de gouden levensvonk al ontstoken was (nee) voegde ik mij weer bij de inheemse fietsers die zich zowel aan de linker- als de rechterkant van de weg zorgeloos tussen de auto's bewogen, wat heerlijk was. Ik zou in een buitenwijk nog op zoek naar een zeker erfgoedmuseum, Casa della famiglia Ceka, maar ook dat ging niet door, want het was onvindbaar en niemand kon me helpen. Toen vond ik het wel mooi geweest en ging ik een Peroni drinken op een terras, waar ik in gesprek raakte met een man die graag Aramees wilde leren om tot de oorsprong van de Bijbel door te dringen.

Snel naar mijn hotel ging om dit heerlijke piepkleine laptopje te halen waar ik wonderbaarlijk lekker en tot nu toe pijnloos op tik, vervolgens op zoek naar een plek om te eten en te drinken en te tikken, wat ik inmiddels heb gedaan, en weer terug en de foto's laden en resizen en ertussen zetten, dat moet allemaal gebeuren, terwijl de stroom al drie keer uitgevallen is en ik niet meer weet hoe ik moet zitten of liggen en mezelf zelfs terugvond op mijn buik met mijn telefoon met zaklamp tussen mijn kin en het matras. Nee, dit is te gek, dacht ik, nu moet je ophouden. Het is inmiddels ook bijna twee uur in de nacht en zelfs de feeststraat verderop geeft geen enkel geluid meer af. Dus aju lezers, dit was de eerste aflevering van mijn vierde serie.




Door naar de volgende aflevering
Terug naar het overzicht




Heb je vragen, opmerkingen, tips? Mail!
Wil je meer weten over mijn andere werk? Ga naar de homepage van mijn site



Tekstbureau Yvonne van Osch
Binnenkadijk 117, 1018 ZE Amsterdam
opschrift@tip.nl | 06-37313100