logo albanieblog


33 Shkoder 3



Via de toch wel panoramische RR5 en Vau i Dejes, waar vooral een onmetelijke stuwdam bedekt met zonnepanelen in het oog sprong, met een ingang te bereiken langs een onooglijke zandstraat vol vuilcontainers (je blijft je verbazen), kwamen we aan in Shkodër. We parkeerden pal achter de hoofdboulevard, de Rruga Kolë Idromeno. Niet ver daarvandaan had ik een appartement geboekt. Een complete woning was het, voor 27 euro per nacht.

Het was een heel avontuur de flat te vinden, ondanks de foto en de filmpjes die eigenaar Alban had gestuurd. Er moest een vrouwtje in een zijstraatje aan te pas komen. Ja hoor, Booking, zei ze, daar, echt waar. We dwaalden wat rond bij binnenplaatsjes, vuilcontainers (die je nooit op tv ziet, zagen we gisteren, zelfs als de grootste criminelen worden gearresteerd is het nog opgeruimd en netjes...) en kraampjes vol tweedehands kleding die zich stratenlang aaneenregen daar, op zich een geweldige bezienswaardigheid.

Toen we terugkwamen op de oorsrponkelijke plek die google ons had aangewezen, stond het vrouwtje blij met haar hand te wapperen. De vrouw van Alban, Dea, was gearriveerd, ze nam ons wel mee naar boven. Geen enkele aanwijzing nog steeds, behalve dat we wisten dat het een van de hogere gebouwen moest zijn omdat we op de vijfde zaten. Take it easy, zei Dea, toen we met de trap op de tweede waren aangekomen. Ze wees naar de lift, maar toen we in wilden stappen zei ze No, no! It doesn't work. Ze haalde haar docher Edia, een meisje van 12 dat perfect Engels sprak omdat ze jarenlang bij haar oma had gewoond en daar niets anders deed dan Amerikaanse films kijken, en samen lieten ze ons vol trots het appartement zien.

Het was inderdaad groot, een enorme huiskamer met keuken, een flinke badkamer, grote gang en twee slaapkamers. Maar al binnen enkele minuten overviel ons  een geweldige zwaarte. Is het kinderachtig dat ik dit vertel? Alles was bruin, zwart, beige en goud. Alban had zich er helemaal op uitgeleefd begrepen wij. De muren waren gestempeld met een spons en dat wat glans had moeten geven, verspreidde het totale tegendeel. Alsof er iets bedekt was dat het daglicht niet verdroeg. Zelfs een uit elkaar vallend gefineerd kastje was goor goud. Toen ik er tegenaan leunde, kreunde het als een oude man. Don't worry, zei Dea. Dit houdt het ook nog wel uit. Zij doceerde Italiaans aan de universiteit, Alban geschiedenis, twee hoogopgeleide mensen. Ze woonden zelf op de tweede.

Shkodër zelf was geweldig. In het kleine straat achter de Rruga Kolë Idromeno, de Rruga G'juhadol, stonden dezelfde oude gevels als vier jaar geleden, oud en origineel, bijna ingestort, maar nu was er kleur verschenen op de dichtgetimmerde gedeelten. Ik moest denken aan restaurant N'dole (nestje) in Elbasan, waar in  2018 gekleurgde parapluutjes hingen, een totale noviteit toen, teken van hoop en verwachting, die nu flets verdwenen waren achter een lelijke muur van golfplaat. Is het samen met de hoop, dat de kleur verschijnt en verdwijnt, of is het net als de bloei van de zomer iets cyclisch? We hebben inmiddels alweer zoveel mensen gezien en gesproken, zoveel cynisme en uitgedoofde idealen meegemaakt, naast de vrolijkheid en liefde. Albanië is zo vol tegenstellingen, het blijft fascineren. En je wordt er elke keer blij en treurig van.


kozijn
Kozijn in Shkodër

gevels
Potemkin-gevel van de Rruga G'juhadol

versiering
Versiering van een dichtgetimmerd raam

gevel
Rruga G'juhadol

g
Wat een fotogeniek straatje

deur
De cactus rukt op

markt
Kledingmarkt in de Rruga Andon Ballaci

hond
Hond met smaak (of honger?)

We aten in Villa Bekteshi, waar ik de ober van vier jaar geleden herkende, toen ik daar met Trudy gegeten had. Zijn glimlach was nog even vriendelijk (en formeel) als toen, maar zijn broek glom nog net iets meer.

De volgende dag ging ik in mijn eentje naar het Historisch Museum van Shkodër, waar ik nog niet was geweest. Een verplicht nummertje, dacht ik, maar het was een grote verrassing. Een mooi gebouw om te beginnen, uit de Ottomaanse tijd, met een ingesloten veranda, waar de hele geschiedenis van de stad en omstreken te zien was vanaf de eerste neolithische nederzettingen tot de tijd die de Albanezen proberen te verwerken. Het meisje dat het licht aandeed en eigenlijk wilde gaan ontbijten, legde zich steeds meer toe op haar uitleg toen ze merkte dat ik geïnteresseerd was. Ili heette ze, ze had cultural heritage gestudeerd en wilde naar de VS als het kon. Tot die tijd deed ze dit, zei ze, met plezier.

De Albananezen waren er trots op, vertelde Ili, dat hun beschaving ononderbroken was vanaf de tijd van de Illyriërs. Niet zoals de Grieken, Romeinen, Venetianen, Bulgaren en noem ze allemaal maar op, die waren gekomen, hun stempel hadden gedrukt en weer van het toneel verdwenen waren.
De Albanezen staan weer op zelfs als hun rug gebroken is, had ik ergens gelezen, en dat is inderdaad de indruk die ze maken. Maar hun taaiheid lijkt tegelijkertijd hun tragiek. Hoe ver kun je buigen om niet te barsten. We hebben het er net met iemand uitgebreid over gehad. Wat is de ziel van de Albanees? Is het degene die zelf buigt of die een ander buigt, degene die gelaten meebeweegt of die corrupt de dienst uitmaakt? 


potten
Potten uit de bronstijd, in het Historisch Museum van Shkodër

idromeno
Detail uit een schilderij van Kolë Idromeno uit 1857 van de brede en de smalle weg. Hij heeft hier zichzelf afgebeeld in schandelijk gezelschap (met viool)


's Middags gingen Jet en ik samen naar de Site of Witness and Memory, een museum gewijd aan de gruwelijkheden van de communistische tijd en wat het regime in Shkodër met de hun onwelgezinden deden. In het gebouw, dat de Franciscanen had behoord, hadden de communisten hun Ministerie van Binnenlandse zaken ondergebracht, wat praktisch inhield dat geestelijken die hadden vastgehouden aan hun geloof in de atheïstische tijd er werden gemarteld en verhoord. Ik had niet meer de moed om alles te lezen, zoals die eerste keren, wilde eigenlijk bij dat verleden vandaan, maar het was toch nog steeds ontzettend voelbaar en levend, zelfs generaties later, in de vervallen gebouwen die je nog steeds overal als rotte kiezen in het landschap ziet staan, maar vooral in de mensen, in hun groeven en hun ogen. Het verhaal van de zuster ... nee dit schrijf ik maar niet op, of eerlijk gezegd ik had het opgeschreven maar weer weggehaald, het is te erg. In het museum kom je soms adem tekort als je leest wat er allemaal is gebeurd.

Dus als je meer wilt weten, zoek dan op Site of Witness and Memory.


site
Gang in de Site of Witness and Memory. Tussen alle bogen zitten deuren naar de binnenplaats.

cellen
Cellencomplex in de Site of Witness and Memory. Hier werden geestelijken gevangen gehouden tot hun 'verhoor'.

Met deze tot weinig vrolijkheid stemmende woorden besluit ik deel 33 van mijn blog.



Door naar de volgende aflevering
Terug naar het overzicht




Heb je vragen, opmerkingen, tips? Mail!
Wil je meer weten over mijn andere werk? Ga naar de homepage van mijn site



Tekstbureau Yvonne van Osch
Binnenkadijk 117, 1018 ZE Amsterdam
opschrift@tip.nl | 06-37313100