Van de grot van Pëllumbas namen we de oude
SH3 met die spectaculaire uitzichten aan twee kanten, richting Elbasan.
Uitzicht vanaf de
oude SH3
Ik was verbaasd dat we daar gewoon de oude stad in konden rijden,
en zelfs tot bij het appartement, Castle House, het 400 jaar oude
huisje van Gjon, die
zelf in Tirana woonde. Erg mooi en
sfeervol, met een binnenplaats geheel gevuld met citrusbomen. Alleen
had iemand sfeerverlagend zijn vuilnis laten staan en
bleek het bed van Maud en Ig een plank.
We gingen natuurlijk meteen de stad weer in en wel regelrecht naar
Kala, bij de ingang van de oude stad, ook een plaats vol parafernalia -
zeg ik het nou goed? maar vooral ook met een geweldige koolsalade en
wijn van eigen terrein. De oude man (van de vorige keer) was er niet,
het was zijn zoon die bediende. Die had op alle tafeltjes bordjes met
Gereserveerd staan, maar we mochten toch gaan zitten. Wij vroegen ons
af wat de ballotage was en hoorden een dag later dat Albanezen liever
geen Albanese toeristen willen omdat ze luid zijn en roken, aldus onze
zegsman.
José en Hank
Halverwege de maaltijd kwamen er twee andere toeristen: een Nederlandse
vrouw en haar in Amerika geboren man, José en Hank, Yank
Hank
noemde hij zichzelf. Het was meteen een leuk gesprek maar toen Maud
vertelde dat ik de schrijver van de reisgids Albanië was, ging
José zowat uit haar dak. Dominicus, dat was saaie, zware
kost,
zo was het merk bij haar bekend, maar ja ze wilde toch een Nederlandse
gids en groot was haar verrassing, zei ze, toen ze mijn gids opensloeg
en zag hoe die
geschreven was. Ze had er zelfs stukjes uit voorgelezen, zei ze. Nou
José, bedankt, nogmaals. En weer wat geleerd over
Dominicus...
Oude kist in het
vroegere
dierenverblijf van Castle House
Restaurant Kala in
Elbasan. No photos!
José en
Hank, met de eerste
druk van mijn gids (mijn lievelingsdruk)
Het was een interessant gesprek met José en Hank. Zij hadden
een
wandeltocht gedaan in het dal van de Vjosë rond
Përmet met
Zbulo, een internationale organisatie die zich toelegt op het
ontwikkelen van kleinschalig toerisme in de Balkan, onder andere door
verblijven bij minder welvarende families. De contacten hadden hen
geraakt, ze waren geroerd door alle gastvrijheid. Maar ook door de
armoe. José zei dat ze het verschil had leren kennen tussen
poor
en poverty. Ik weet niet of arm zijn en armoede hiermee gelijk
lopen, in ieder geval betekende het laatste niet alleen geen geld
hebben maar ook geen perspectief. Ik vond dat wel een belangrijk
inzicht. Het verklaart ook de enorme gelatenheid die je veel tegenkomt.
Waar zou je je druk om maken als er toch niets komt, iets wat je je
trouwens in veel gevallen wel moet kunnen permitteren, omdat
je
toch iets zult moeten doen om iets te kunnen eten.
We hadden nog een raki van het huis gekregen en ik weet niet wat er in
zat, maar we kregen alledrie de slappe lach toen we terugkwamen in het
appartement en ik mijn moeder wilde appen. 'We drinken nog wat en gaan
dan slapen,' had ik ingetikt, maar toen ik het zag staan vond ik het zo
belachelijk, dat ik niet begreep hoe ik dat had kunnen
schrijven.
Er was ook wel enige meligheid rond de sleutel en het sleutelbeheer
ontstaan, want hoewel ik het appartement gereserveerd had en de
reisleider was, was het Ignace die de sleutel en de uitleg over het
gebruik ervan kreeg. 'Heb jij de sleutel Ig?' vroegen we
daarom
zodra er maar ergens een deur openging of op slot gedraaid moest
worden. Gelukkig is de tijd voorbij dat de
familie van de bruidegom een kogel bij de bruidschat kreeg om zijn
vrouw dood te schieten als zij niet braaf is, de gendergelijkheid is
hier nog niet helemaal voltooid.
De volgende dag liepen we even de stad in, ook om de vuilnis kwijt te
raken (doe gewoon daar, gebaarden een paar mannen naar een piepklein
publiek prullenbakje waar al het een en ander aan zooi stond), langs
Real Scampis, dat Maud en mij allebei aan een toeristenresort op Bali
deed denken vanwege de palmen en de muzak, en de markt.
Restaurant Kala
bij dag
Kiosk in Elbasan
Straatje op zuid
Op zijn zondags
Vader Nicola
Na de markt bezochten we nog even het bijzondere orthodoxe mariakerkje
(Kisha Fjetja e Shën Marisë) met de
prachtige portico's in de oude stad, waar ik eerder vader Nicola en
zijn vrouw Fioretta ontmoet had (zie
blog deel 22).
Ik was benieuwd vooral of hij nog leefde, omdat
hij in 2018 al parkinson had. Maar gelukkig, ze waren er allebei nog!
Het lichaam van de oude priester schudde hevig en we schrokken ons rot
toen hij uit het afgescheiden achterste gedeelte van de kerk
kwam en zich vervolgens bijna van de trap af stortte. Het was
een
wonder dat het goed ging. De vrouw was nog net zo directief als de
vorige keer. Hier catacomben, zei ze, hier Gregoriaanse kalender, hier
iconostase, Onufri, maak een foto, hier de mbar, maak foto, bijzondere
mix van geloofsculturen. Ze bleef maar zeggen dat haar man parkinson
had, hoewel het vrijwel onmogelijk was dat niet zelf te kunnen zien,
Maud dacht omdat ze geld wilde. Ze had het inderdaad over medicijnen
die ze niet of haast niet konden betalen, dus we stortten wat in de bak
en toen was haar interesse inderdaad vrij snel verflauwd.
Detail van de
iconostase, Maria en
Jezus, volgens Fiorette
Vader Nicola en
Fioretta
Inscripties van de
kerk. De betekenis
is mij onbekend.
De Kloof van
Holtë
Holte stond ook nog op het programma, daar in de buurt had ik een keer
vergeefs rondgedwaald. De navigatie van Maud wees ons over de SH70 en
SH89 die langs de Devoll uitkwam en de enorme waterwerken die ze daar
aan het bouwen zijn. Alleen het stuk bij Drizë, weinig meer
dan
een
kilometer, was slecht. Daar voorbij kwam je op de SH71 en die
was hoewel smal helemaal goed, en er was nu ook een bordje naar de
Kloof: nog negen kilometer. Voor de afslag kon je parkeren op een
rotsig parkeerterreintje, maar wij reden door over een ruig pad naar
beneden, nog een kilometer ongeveer, tot bij een ongezellig
gebouwtje waar stroom van vallend water werd opgewekt.
Daarnaast restaurant Kompleksi Holta met klein zwembadje van
zwavelig water uit de rotsen, waar we later nog lekker gegeten hebben
en weer wat verder en nu echt bij de kloof Bar Kanioni Holta, een soort
Nomadland.
Eindelijk snapte ik nu ook wat de plek precies inhoudt: het
is een gekliefde rots waar water tussendoor loopt waardoor je kunt
waden voor een spectaculaire aanblik. Van een Duits stel dat met een
krankzinnige truck aan het rondreizen was begrepen we dat het echt iets
heel bijzonders was, maar wij hadden helaas geen waterschoenen bij ons,
dus ging het feest niet door (gelukkig). Toch hadden wij maar even mooi
al deze aanwijzingen en feiten boven water gekregen.
Dit
is waar de kloof begint
Ignace krijgt de
klipgeiten in het
snotje
Nomadland
Zijarm van de
Devoll bij Holtë
Bij de
hydrocentrale van Banjë,
het stuwmeer van de Devoll
En zo kwam ook aan episode 3 een eind en ben ik een halve nekverrekking
verder omdat ik dit allemaal in bed zit te doen in een niet al te warme
kamer in Berat, waar ik nog over schrijven moet.