Martin Sobota is gek op Albanië, niet in de laatste plaats omdat hij er als architect unieke kansen gekregen heeft. Kritiek op premier Edi Rama vindt hij daarom vaak wat makkelijk en eendimensionaal. Hij raadt investeerders aan zich niet af te laten schrikken. ‘Ga gewoon kijken hoe het er is.'
Laten investeerders zich afschrikken dan? Jazeker. Want Albanië, dat is maffia, corruptie, cliëntelisme. Een elite van nauwelijks opgeleide gladjakkers met dikke zwarte SUV’s, kalashnikovs en obsceen veel geld, die alle macht en rijkdom onder zich houden ten koste van een uitgeputte bevolking. Een land waar asfalt altijd wel ergens in zand en grint tot stilstand komt. Aldus het bij velen overheersende beeld van een van de meest ongerepte landen van Europa.
‘Zo’n beeld komt
misschien niet uit de lucht vallen,’ zegt Martin
Sobota, architect van het gerenommeerde Cityförster.
‘Er is onrecht en
ongelijkheid in Albanië. Zaken zijn soms niet goed
geregeld en met afspraken
kun je vaak maar beter wat armslag nemen. Maar kijk naar de
ontwikkelingen.
Kijk wat
er de afgelopen decennia uit de modder is getrokken. Zelf heb ik er
kansen
gekregen waar ik indertijd in Nederland alleen maar van kon
dromen.’
Sobota's kennismaking met Albanië gaat terug tot 2004. Hij reisde als student architectuur en stedenbouw op uitnodiging van kunstenaar en politicus Edi Rama, de huidige premier, die toen burgemeester van Tirana was. ‘Een soort tijdreis,’ vertelt hij. ‘Via Skopje en Ohrid en dan soppend door de prut over de grens bij Tushemist. Het duurde zowat een dag om in Tirana te komen.’
De Albanese hoofdstad werd buiten de ring van in fascistisch-Italiaanse stijl opgetrokken overheidsgebouwen gedomineerd door de woonkazernes van grauw beton waarin het gros van de mensen onder de communisten gehuisvest was. Rama had in een gebaar van opgewekte vernieuwingsdrift een deel van de flats laten overschilderen in felle kleuren en patronen. Nu was het tijd voor een meer stoffelijke renovatie. De bouwboom was begonnen. En er was behoefte aan goede, betaalbare architecten.
Zoals hij. In 2005 won Sobota voor Cityförster samen met Shift Architecture zijn eerste prijsvraag in de hoofdstad, voor Park City, een stedenbouwkundige schakel tussen de rivier en een verlaten landingsbaan in het westen van Tirana. Het handelsmerk van de architect en zijn partners: gedurfde, rust en ruimte creërende ontwerpen waarin natuur, stad en publieke ruimte mede door gebruik van lokale materialen en vegetatie op een vloeiende manier samenkomen. Met de Sfinx in Durrës heeft Cityförster inmiddels zijn naam gevestigd.
De Sfinx, die Cityförster samen met Boom Landscape realiseerde aan de boulevard van Durrës. Het bouwwerk werd hét decor voor trouwfoto’s en won in 2018 de Big Architecture Award. Foto: Blerta Kambo
Dhërmi
en Jalë
In Albanië werkt de architect nu doorgaans samen met Boom Landscape. Hun recente projecten richten zich op de Rivièra, het zuidwestelijk kustgebied, waar zich een ongekende parelketting van stranden en baaien uitstrekt achter steil oprijzende kliffen en hellingen. Ze transformeerden onder andere het drukke en verrommelde waterfront van Dhërmi en Jalë tot een ruime, boomrijke, autovrije promenade.
Het project verliep niet zonder de normale kleine ergernissen en frustraties (zie kader) maar werd een nog groter succes dan de partners verwachtten. ‘Vooral het weren van verkeer had aanvankelijk op bezwaren gestuit,’ vertelt Sobota. ‘Restauranthouders waren bang dat ze klandizie zouden verliezen. Maar grappig genoeg is juist het tegendeel gebeurd. Iedereen is hartstikke blij. Het is rustiger, de lucht is frisser. Mensen genieten van de ontspannen atmosfeer.’Artist impression van de
nieuwe boulevard van Jalë (note: een aangelijnde
hond zul je
in Albanië niet vaak zien).
Beeld: Boom Landscape
Albergo diffuso
Een volgend spannend project is in het oude Dhërmi, dat hoog boven de kust in reliëf tegen de heuvels ligt. Veel gebouwen zijn er door migratie verlaten en vervallen geraakt. Om eeuwen traditie veilig te stellen, werkt Sobota hier met een lokale investeerder aan een albergo diffuso, een hotel verdeeld over meerdere gebouwen.
Hij is blij dat de regering nieuwe vormen van duurzaam ondernemen steunt, zoals dit in Italië ontstane concept dat al vele historische dorpjes van de vergetelheid heeft gered. 'De Rivièra heeft de naam het vrije speelveld van grote investeerders te zijn,' zegt hij, 'en misschien is inderdaad niet alles wat je ziet even verantwoord en esthetisch, maar geloof me: het had veel erger gekund. Veel mensen weten niet dat een aantal jaren geleden een masterplan is vastgelegd juist om kapitalistische uitwassen en versnippering tegen te gaan.’
Architect Martin Sobota, founding partner van Cityförster
Het plan voor de
albergo diffuso in
Dhërmi is verbonden met
de aanleg van een wandelpad langs een wonderbaarlijke hoeveelheid
kloosters en kerkjes op
de
hellingen, tot aan het strand. Martin Sobita ziet uit naar de
uitvoering, ook vanwege de mogelijke impact voor de bevolking. Het kan
direct en
indirect werk betekenen voor de dorpsbewoners en een nieuw soort
toerisme trekken naast dat van de strandgangers. Mare e monti,
noemen we dit idee, het koppelen
van de zee waar Albanië om bekend is aan het relatief
onbekende berggebied daarachter. Je hoopt daarmee op een
behapbaar toerisme in alle
seizoenen.
De mogelijkheden voor wandel- en cultuurtoerisme aan de Rivièra zijn sensationeel, maar een abc’tje is het zeker niet. 'Het is altijd een kwestie van schaal. Niemand wil een Turkse Rivièra waar de all inclusives zij aan zij staan, maar met drie romantische hostels in een pittoresk bergdorp bied je de lokale bevolking ook weinig perspectief. Ziehier ook de paradox van het authentieke toerisme: dat waar je mensen mee lokt – ongerepte natuur, stille stranden, mooie traditionele dorpjes – wordt teniet gedaan als teveel mensen luisteren naar je lokroep.’
Qeparo, een van de half verlaten dorpen aan de Albanese Rivièra. Samen met MVO Nederland deed Cityförster hier onderzoek naar de mogelijkheden voor agrotoerisme.
Martin Sobota is een pionier geweest. Hij beseft dat hij het geluk had in een spannende tijd voet aan de grond te hebben gekregen. Ook dankzij een premier die nu almaar meer omstreden is. ‘Rama heeft ons alle ruimte gegeven om te experimenteren. Hij heeft zijn nek uitgestoken en heel veel tegenwind geïncasseerd. Het verven van flats, al die ambitieuze, innovatieve en mediagenieke projecten… We hebben niet eens schoon drinkwater! riepen de mensen. Zijn standpunt was: je moet ook iets hebben om trots op te zijn.’
‘Het is makkelijk om kritiek te hebben op Rama,’ zegt Martin. ‘Hij is sturend en heeft een eigen manier om met tegenspraak om te gaan. Maar je moet niet vergeten wat hij met diezelfde eigenschappen voor elkaar gekregen heeft. In Tirana alleen al de renovatie van het Skanderbegplein, het planten van duizenden bomen, het opruimen van de wildgroei aan kiosken. Maar ook aan de kust, waar hij meteen bij zijn premierschap vast liet leggen dat op een strook van 100 meter vanaf de zee niets nieuws gebouwd mag worden. Kijk hoeveel profijt we daar nu van hebben. En het 100-dorpen programma dat hij jaren geleden is gestart met het opknappen van pleinen, heeft op veel plaatsen echt iets moois gebracht. Zonder dat er een TUI of Shell aan te pas gekomen is.’