Verslag VU-debatreeks #3 Vertrouwen en innovatie, op 28/4/15
Is innovatie altijd wat het belooft?
Is innovatie wel altijd wat het belooft? Wat rechtvaardigt ons
vertrouwen in de vooruitgang? En welke vernieuwingen kunnen ons leven
echt veranderen? Een mix van kenners
spreekt zich uit.
Gepost door Yvonne van Osch op 4 mei 2015
Veel innovatie is marketing. In december 2014 kochten 30.000 mensen
voor zes dollar een klein zwart doosje met het opschrift Bullshit. Er
bleek in te zitten wat er op stond, toch voelden de kopers zich
belazerd. Het leek of ze ruw uit een droom waren gerukt. De droom van
de leugen! Wie kan zeggen hoe vaak we liever een illusie dan de
waarheid hebben, of zelfs de illusie van een illusie. Zeker is dat ook
gebakken lucht beter verkoopt met een strik erom.
Dit is niet het onderwerp van het debat, maar gewoon een lekker begin.
Het onderwerp is de vraag of meer innovatie leidt tot meer vertrouwen.
Dat kan, denkt Frédérique Six, universitair
docent bestuurs- en organisatiewetenschap aan de VU, die op 28 april de
aftrap verzorgt van de derde aflevering in de VU-debatreeks Kwestie van
Vertrouwen. Het een kan in ieder geval niet zonder het ander. Beide
kúnnen elkaar versterken.
Frédérique
Six: een gezamenlijke taal is handig
als je samen vooruit wil
Leap of faith
Six werkte eerder onder andere bij KPMG en McKinsey. Ze promoveerde met
een proefschrift getiteld Trust and Trouble, over het bouwen aan
vertrouwen in werkrelaties. Verstoring van de relatie, ontdekte zij,
hoeft niet te leiden tot een vertrouwensbreuk. Integendeel: de dialoog
die eruit volgt zorgt vaak voor meer begrip én meer
vertrouwen.
Begrip is nodig om samen een nieuwe toekomst aan te gaan, maar ook een
gezamenlijke taal, stelt Six, want vraag niet aan een wiskundige een
ovenschotel op 120 graden in de oven te zetten of je ziet iemand met
een gradenboog in de weer. Controles werken alleen als zij in goed
overleg worden ontworpen en toegepast. Maar uiteindelijk, zo
concludeert ze, vraagt innoveren altijd een leap of faith. Je hebt
positieve verwachtingen, zekerheid is er niet.
Omgaan met onzekerheid
In wezen,
zegt Six, komt het aan
op omgaan met onzekerheid.
Misschien wel een van onze belangrijkste 21st century skills.
Interessant, vindt moderator Felix Rottenberg. Hellen we dan van de
cognitieve naar de emotionele kant en zo ja: bereiden wij onze
VU-studenten daar goed op voor? Six denkt dat er een wereld te winnen
is wat dit betreft. Met dialoog, veel dialoog, feedback, en reflectie
op de omgang met feedback.
Jelmer Evers, docent aan de innovatieve UniC in Utrecht en genomineerd
voor de eerste Global Teaching Award, ondersteunt de observatie.
Onzekerheid, denkt hij, is vruchtbare bodem. We moeten ruimte en
gelegenheid zoeken om te zien wat er groeien kan. De almaar dikkere
regelbrij in het onderwijs, ook op de universiteiten, heeft ons het
zicht op de essentie ontnomen. De essentie? Evers ziet de toekomst van
zijn vak in persoonsgericht onderwijs ook buiten het klaslokaal. Je
moet alles aanboren om kinderen enthousiast te maken van het leven te
leren. Education is life itself, is de leus van John Dewey die hij
huldigt.
Schaamconstructie
Meer dialoog, is het pleidooi dus, meer ruimte voor onzekerheid. Minder
regels, meer vertrouwen. Wat zou daarvoor nodig zijn? Een hartenkreet
van een net gepromoveerde vrouw in de zaal. Tijdens haar studie naar
vernieuwend ondernemerschap stuitte zij bij de top van bedrijven op
massieve tegenzin om regels los te laten en uit een werkelijk nieuw vat
te tappen. Wat er vrijwel overal het meest toe deed, moest zij
constateren, was toch het rendement. Kent het panel
één voorbeeld om hoop uit te putten?
Frédérique Six noemt een vernieuwend initiatief
in de jeugdzorg. Jelmer Evers heeft opbeurende ervaringen met Stichting
Leerkracht en Stichting Beroepseer. Maar inderdaad, dat is publieke
sector. Khalid Boutachekourt, directeur van Publinc dat organisaties
helpt impact te genereren, kent als consultant/bestuurder beide kanten.
Wat net zo erg is als de weerstand die je bij managers ziet,
zegt hij, is de apathie waar deze bij werknemers vaak toe leidt. Dan
kun je nog zo groot ‘innovatie’ op je gevel zetten,
als het niet door het hele bedrijf gedragen wordt, is het een
schaamconstructie, een vlucht vooruit.
Jelmer Evers, Khalid Boutachekourt,
Frédérique Six
De ziekte van Pompe
Bestuurders en directeuren die in hun eigen wierook leven houden
innovatie tegen, is hiermee gezegd. Toch gonst het in de samenleving
van vernieuwingsdrift. Huub Schellekens, hoogleraar Medische
Biotechnologie aan de Universiteit Utrecht, staat in de voorhoede van
nieuwe oplossingen voor een groot gezondheidszorgprobleem: dat
medicijnen steeds duurder worden en voor een steeds kleiner deel van de
wereldbevolking toegankelijk zijn. Ter illustratie: gentherapie voor
familiair verhoogde cholesterolspiegels van anderhalf miljoen euro, wie
gaat dat betalen? De grote winnaars zijn farmaceutenreuzen als Roche en
Pfizer, die regeren over de markt.
Uit een soort rebellie vroeg Schellekens een aantal studenten het
bestaande medicijn voor de ziekte van Pompe na te maken. De
zorgverzekeraar betaalt hiervoor per patiënt per jaar ruim
zeven ton. Het lukte hen voor achthonderd euro, net iets meer dan
één procent. Wat is value pricing, vraagt
Schellekens zich af. Wat de gek ervoor geeft dus. Hij wil het medicijn
in productie brengen, maar regelgeving – gestold wantrouwen,
in zijn woorden - is zoals zo vaak belemmerend. Bewijs maar eens op
redelijke termijn dat je product veilig is als je tijdens de eindeloze
testfase niet bij mag sturen.
Magistrale bereiding
Schellekens
is de strijd vol overtuiging aangegaan. Hij heeft een
opmerkelijke omslag op het oog: terug naar wat heet de magistrale
bereiding van geneesmiddelen, het op aanvraag door ziekenhuisapothekers
bereiden van persoonlijke doses medicijnen. Het team werkt aan een
apparaat voor deze vorm van personalized medicine (de toekomst van de
medische zorg), de Bionexpresso. Maar veelzeggend genoeg zit ook hier
weer regelgeving in de weg. Apothekers, namelijk, mogen alleen
voorverpakte geneesmiddelen verkopen.
Ongelooflijk, vindt het panel. Wat is de beroepseer nog? Waar studeer
je voor? We hebben blijkbaar meer vertrouwen in een abstract systeem
dat ons de illusie van controle geeft dan in de mensen die het zouden
moeten weten. Transparantieparadox, zegt Six, incident-regelreflex,
pech-moet-wegkramp. Jongens! Het werkt niet!
Kafkaknop
Wat werkt wel? Tegendruk, denkt Jelmer Evers. En die is volop in
ontwikkeling: steeds vaker zie je mensen óf tegen het
systeem ingaan óf partners zoeken om sterker te staan. Kijk
naar de ‘oprisping’ op de UvA, staat die op
zichzelf? Khalid Boutachekourt ziet op veel plaatsen scheuringen tussen
leiders en hun troepen. Pijn zie je pas echt ontstaan als mensen elkaar
niet begrijpen, stelt hij. Het GroenLinks-kamerlid laatst tegenover de
commissaris van ANB Amro: twee verschillende werelden. Je moet het dan
niet over vertrouwen hebben. Er moet eerst begrip zijn. Wanneer je als
leider je doelgroep niet begrijpt, is het zeker zinvol de discussie aan
te gaan. En te werken aan je softskills.
Leiders en troepen
verbinden, politiek
en toezichthouders, bestuur
en uitvoering, theorie en praktijk. Kloven dichten met dialoog. Wie
weet. Frédérique Six is in ieder geval aangenaam
verrast door de onverschrokken antibureaucratische opstelling van
VU-baas Jaap Winter. In een eerder debat riep deze al op in verzet te
komen tegen onzinnige regels. Nu spreekt hij over een Kafkaknop, een
noodrem bij absurde bureaucratie. De boodschap is duidelijk: het is
menens. Dat geeft vertrouwen. Toch?
Dit stuk heb ik geschreven in opdracht van de VU-Amsterdam.
Een
samenvatting is gepubliceerd op de website van de VU-vereniging.
Tekstbureau Yvonne van Osch
Binnenkadijk 117, 1018 ZE Amsterdam
opschrift@tip.nl | 06-37313100