Verslag VU-debatreeks #2, Vertrouwen en de zorg, op
31/3/15
Hoeveel veiligheid biedt de zorg?
Wie kwetsbaar is, zoekt veiligheid. Kan
de zorg deze veiligheid bieden?
En hoe groot is de factor vertrouwen daarbij? Vertrouwen, zo mag uit
het VU-debat van 31 maart worden geconcludeerd, zal in elke context
langs een andere meetlat moeten.
Gepost door Yvonne van Osch op 9 april
2015
Vergelijk het vertrouwen dat je stelt in je autodealer in dat wat je
van je partner verwacht, zo begint Martin van Hees, hoogleraar Ethiek
aan de VU, zijn inleidend betoog. Lijkt het op elkaar? Vertrouwen staat
nooit op zichzelf, het vindt altijd plaats binnen relaties, tussen
individuen en instellingen, tussen individuen onderling en zelfs binnen
individuen. Daarbij is sprake van kwetsbaarheid. En die kwetsbaarheid
is afhankelijk van de aard van de relatie – denk aan
mogelijke asymmetrie bijvoorbeeld in informatie of competentie. Binnen
het zorgdomein, denkt Van Hees, zullen minimaal twee voorwaarden
essentieel zijn: transparantie en oog voor relevante competenties.
Martin van Hees, Tineke Abma en Ab
Klink
In goede handen
Blind vertrouwen is niet goed, denkt ook Tineke Abma, hoogleraar
Participatie en Diversiteit aan VUmc. Toch willen patiënten
graag weten dat zij in goede handen zijn. De vraag is: kunnen artsen
hun kwetsbaarheid wel herkennen? Hebben zij niet vaak wat makkelijk en
ten onrechte het beeld van de mondige, besluitvaardige patiënt?
Ze moeten er de tijd voor krijgen, stelt Ab Klink, bestuurder bij
zorgverzekeraar VGZ en zelf bekend met een neuroloog die in elke oudere
man allereerst een prostaat ziet en pas daarna zo mogelijk de mens
eromheen. Empathie is belangrijk, maar zijn de middelen er? Als
zorgverzekeraar, zo steekt Klink de hand in eigen boezem, zijn wij
altijd geneigd te letten op productie. Vaak onterecht, zo blijkt.
Uitleg over de risico’s van een operatie bijvoorbeeld is heel
nuttig, maar kost ook tijd en scheelt operaties. Het gebeurt helaas dat
bij de artsen die operaties voorkomen geld wordt weggehaald. Het
gevolg: meer operaties en meer zorgkosten. Een onwelkom effect van
marktwerking, geeft hij toe.
Op het bed
Terug naar de
kwetsbare
patiënt. Wanneer voelt die zich
gezien en gehoord? VUmc-internist Jos Kooter heeft in zijn loopbaan wat
subtiliteiten leren kennen. Als
arts, vertelt hij, ga je bijvoorbeeld makkelijk even op het bed van de
patiënt zitten. Maar bedenk eens wat dit betekent. Het is het
laatste stukje privacy van de zieke. Daar moet je niet aankomen. Je
moet ook niet blijven staan. Je moet een stoel pakken.
En dan? Informatie objectief overbrengen is moeilijk. De
patiënt zal altijd óf hoop óf een vonnis
horen in de stem van zijn behandelaar. Het hangt mede van die stem af.
Voor artsen kan dit een dilemma zijn, want vertrouwen in medisch
handelen helpt het succes ervan, zelfs als de arts het zelf ook niet
goed weet en uit alle mogelijke oorzaken de meest aannemelijk kiest,
zoals internist Kooter aangeeft. Hoe eerlijk kun je zijn zonder
patiënten de stuipen op het lijf te jagen? Ab Klink vindt dat
bescheidenheid over het eigen kunnen medici in ieder geval past. Zij
weten niet alleen niet alles, ze maken ook fouten.
Tegenover de fouten staan de prestaties. Om prestaties bij te houden
krijgen zorgverleners lange lijsten van hun zorgverzekeraars. Zoveel
zorgtrajecten, zoveel welbevinden. Zoveel operaties, zoveel bloedingen
en complicaties. Ook met dit product van de sector die hij
vertegenwoordigt, heeft Ab Klink niet zonder meer veel op. Dat neemt
niet weg, zegt hij, op de vraag van een tegen marktwerking fulminerende
psychotherapeute in de zaal, dat sommige ervan nodig zijn. Er moet een
prestatieprikkel in het systeem zitten. De verzekeraar biedt
spiegelinformatie uit de indicatoren aan om achterblijvende
zorgverleners aan te sporen.
Verantwoordelijkheid bij medewerkers
Tineke Abma
deelt de twijfel van de psychotherapeute. Technische
prestaties zeggen niets over de kwaliteit van de zorgrelatie, benadrukt
zij. Zelf deed ze onderzoek naar de rol van vertrouwen in werk- en
zorgrelaties binnen de ouderenzorg. Wat opviel was dat er tussen de
vastgelegde taken voor medewerkers amper ruimte bleef voor persoonlijke
aandacht aan de cliënt. Verzorgenden ervoeren
daarbij de werklast als zwaar, voelden zich niet betrokken bij
besluiten en hadden weinig zelfvertrouwen. Managers op hun beurt
hielden vast aan procedures en bleven zo eigenaar van problemen. Wat
bleek de oplossing? Meer verantwoordelijkheid bij de medewerkers, meer
vertrouwen van de manager. Het leidde merkbaar tot meer initiatief,
meer openheid en een betere sfeer.
Vertrouwen, concludeerde Abma, is de basis voor een goede zorgrelatie.
De publicatie Van harnas naar zomerjurk van het onderzoeksteam
verscheen eind 2012. Inmiddels wordt de vooral kostengestuurde
ontwikkeling naar zelforganiserende teams in diverse zorginstellingen
met scepsis begroet. Vertrouwen is een factor, sluit Martin van Hees
hierop aan, maar het moet geen toverwoord worden. Leidend is de aard
van de relatie.
Nieuwe zorg
Zorg voor kwetsbaarheid. We worstelen met beelden van vliegende witte
jassen, van productie, prestatielijsten. Van ouderen die kreunend hun
eigen was ophangen (de nieuwe Wmo), hulp die niet meer wordt vergoed.
Van mensen die mentaal lijden en nergens terecht kunnen. Uitkleding,
wordt er geroepen, alles wordt minder, foei en schande!
Maar er is ook een realiteit van nieuwe, superefficiënte
diagnose- en behandellijnen, als het om medische vooruitgang gaat. Van
creativiteit in hulpverlening, van verpleegkundigen die desnoods langer
werken om mensen aandacht te kunnen geven. Van stevig en betrokken
vrijwilligersbeleid, buurtinitiatieven, hernieuwde gemeenschapszin.
Waar een nieuw soort kwetsbaarheid is, kortom, lijkt ook een nieuw
soort zorg te ontstaan. En een nieuwe ethiek.
Medische ethiek
Zijn wij,
wil moderator Felix
Rottenberg weten, als VU nog
onderscheidend als het gaat om die ethiek? Het panel aarzelt. Misschien
dat bij ons net iets meer bescheidenheid heerst, een zekere
normativiteit? Een aanwezige van de VU-afdeling Metamedica, die
gezondheid en zorg in een maatschappelijke context situeert, denkt van
wel. Onzin, roept een gepensioneerd anatoom in de zaal, medische moraal
hangt vooral af van de manier waarop afdelingen zijn georganiseerd.
Zitten oude, hiërarchische structuren ons dan nog in de weg?
Zeker, zegt Tineke Abma. Zij houdt vast aan herverdeling van
verantwoordelijkheid. Ab Klink pleit voor opschaling en incorporatie
van goede initiatieven en best practices. Jos Kooter benadrukt de rol
van het onderwijs. Martin van Hees sluit af. De ethicus en
politicoloog, die recent nog onderzoek deed naar verantwoordelijkheid
bij uitkomsten van collectieve besluitvorming, hoedt zich voor
makkelijke uitspraken. Vertrouwen is wezenlijk in alle levensdomeinen,
geeft hij aan. Het debat daarover zouden we daarom niet tot de zorg
moeten beperken, maar moeten verbreden naar een politieke en
maatschappelijke context. Toegespitst op de vraag: wat willen we nou
precies?
Dit stuk heb ik geschreven in opdracht van de
VU-Amsterdam. Een
samenvatting is gepubliceerd op de website van de
VU-vereniging.
Tekstbureau Yvonne van Osch
Binnenkadijk 117, 1018 ZE Amsterdam
opschrift@tip.nl | 06-37313100