Gelijke rechten
voor
alle burgers in ons land: natuurlijk! Maar op
welke trede staan mensen met een handicap in de praktijk? Waarom is
niet alle openbaar vervoer toegankelijk voor minder mobielen? Waarom
zien we zelden
gehandicapten in een quiz op tv?
Yvonne
van Osch, voor Somma, 2001
Werk van de Italiaanse schilder
en etser Pier Leone Ghezzi van begin 18de eeuw
Waarom…? Douwe van Houten,
socioloog en hoogleraar aan de Utrechtste Universiteit van Humanistiek,
heeft zich
de afgelopen negen jaar serieus verdiept in de sociale positie van
mensen met een chronische ziekte of handicap. Dat van gelijkwaardig
burgerschap in Nederland nog geen sprake is, mag duidelijk zijn. Maar
wat is hiervoor de grootste belemmering? Het is de inrichting van onze
verzorgingsstaat, aldus Van Houten. "Ik kan na al die jaren niet meer
om de conclusie heen: we zijn te ver doorgeschoten. We leven met een
systeem dat mensen aanspreekt op hun handicap in plaats van hun
kwaliteiten. Het legt hen in probleemgebiedjes uit elkaar:
mobiliteitsprobleem, huisvestingsprobleem, gezondheidsprobleem,
recreatieprobleem. Voor elk probleem bestaat een aparte regeling. Hoe
sterk moet je als gehandicapte in je schoenen staan om niet de greep te
verliezen op je identiteit?"
Speciaal
onderwijs
"Het is een pijnlijke paradox. Het land
waar de sociale voorzieningen zo'n beetje het hoogste peil ter wereld
hebben, is een ontwikkelingsland als het gaat om sociale participatie
van mensen met een handicap. Het begint al op de basisschool. Zogauw je
een beetje afwijkt van de normale leerling, ga je naar het speciaal
onderwijs. Dat leidt ertoe dat mensen waar niets mee is totaal geen
ervaring krijgen in het omgaan met mensen waar wel iets mee is."
"Op
dit moment heeft zo'n tien procent van de Nederlandse bevolking een
zogenaamde functiebeperking. De Chronisch zieken en Gehandicapten Raad
telt 300.000 leden. Hun organisatiegraad is in vergelijking met die van
het Verenigd Koninkrijk vier keer zo hoog. Maar waar zijn al die
mensen? Hoe zichtbaar zijn ze, en hoe mondig? In Engeland is het niet
ongebruikelijk dat mensen in rolstoelen zich aan de hekken van het
parlement vastketenen, dat zie ik in Nederland niet gebeuren. Hou je
maar een beetje op de achtergrond, is het devies."
Beleidstaal
Dat het poldermodel
zich zacht gezegd wat onwennig verhoudt tot de al te assertieve
gehandicapte burger, is volgens Van Houten een groot deel van het
probleem. Bij pogingen om als lid van het College van Advies van de
CG-Raad zijn definitie van gelijkwaardig en volwaardig burgerschap in
beleidsplannen over te dragen, stuit hij al jaren op een wonderlijk
mechanisme. "Veel organisaties spreken beleidstaal. Een gedempt,
ontwijkend soort taal die hen vervreemdt van de achterban en
ontwikkelingen vertraagt. Ik heb volhardend geprobeerd de woorden 'Wij
eisen' te gebruiken in beleidsplannen. 'Wij eisen van de Wet Gelijke
Behandeling… Wij eisen een
anti-discriminatiewet…' Allemaal geschrapt. Voor Engelse
gehandicaptenorganisaties is het
demanden
aan de orde van de dag, maar
wil je door de landelijke politiek in Nederland serieus genomen worden,
dan zul je met zinnen moeten komen als: 'Er moet worden nagegaan of er
mogelijkheden zijn om alsnog te overwegen…'"
Kleine
woonvormen
Gelukkig
begint de bureaucratie nu ook het ministerie op te breken, aldus de
hoogleraar. De bewegingen in de richting van persoongerichte zorg zijn
gunstig. Er is geen reden voor mismoedigheid. "Waar we naar toe moeten,
is het combineren van twee principes: gelijkwaardigheid en diversiteit.
Kort gezegd: ieder mens doet ertoe en moet onder de eigen voorwaarden
tot zijn recht kunnen komen. Daarom moet je mensen niet wegstoppen en
bepalen wat goed voor hen is, maar hen zoveel mogelijk de regie over
hun eigen bestaan laten voeren en hen daarin ondersteunen."
"De
PameijerKeerkring in Rotterdam doet dat al vanaf 1920 met veel succes.
Mensen met een verstandelijke of psychiatrische beperking kunnen
terecht in kleine woonvormen, werkplaatsen, winkeltjes,
cafés enzovoort. Een visiegestuurde organisatie die
financieel gezond is," zegt Van Houten, "het kán kennelijk
wel. Ja, er is een
grens. Voor mensen die ernstig depressief of zwaar verstandelijk
gehandicapt zijn past alleen het residentiële model. Maar die
groep kan veel kleiner dan nu. Ambulante organisaties? Samen Beter in
Den Bosch is een prachtig voorbeeld. Er zit maatschappelijk werk, een
fysiotherapeut, verschillende maatjesprojecten, opbouwwerk.. allerlei
vormen van wijkgerichte ondersteuning die mensen zo lang mogelijk uit
de institutionele zorg houdt. Ik ben een groot voorstander van
geïntegreerde gezondheidscentra op wijkniveau."
Gevarieerde
arbeidsmarkt
Van Houten is
er inmiddels van overtuigd dat voorzieningen inderdaad vooral op locaal
niveau moeten worden opgebouwd, ook voor wat betreft de openbare
ruimte, het openbaar vervoer, het onderwijs en niet te vergeten werk.
"Bij een gevarieerde samenleving hoort een gevarieerde arbeidsmarkt:
maak maar een plek tussen de anderen voor mensen die minder hard werken
of wat grillig zijn in hun belastbaarheid. Maar in dit geval kun je
waarschijnlijk beter gaan praten met gemeenten of locale directeuren,
dan dat je een omweg maakt via het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid."
Anti-discriminatiewet
"Een van de dingen die heel duidelijk wel centraal
geregeld moeten worden is een anti-discriminatiewetgeving. Het is een
schande dat die in Nederland nog niet bestaat. In de Verenigde Staten
kun je gewoon naar de rechter stappen als je gediscrimineerd wordt op
grond van je handicap. Dat werkt, ook voor de beeldvorming. Dit is een
ander aspect. Gehandicapten en zieken worden in Nederland nog veel te
vaak weggezet als zielige stakkers. Ook zij zelf zouden daar
geprononceerd tegen in opstand moeten komen. Gelukkig duikt de term
empowerment ook hier steeds meer op. Een mooi woord, want power
betekent kracht, maar ook macht. Laten zien dat je er bent, trots zijn
op jezelf, daar gaat het om."
Gelijkwaardig burgerschap. Minder regels, een solide
anti-discriminatiewet, empowerment en vooral
actie op locaal niveau.
"Het zal stapje voor stapje moeten en zeker een paar generaties gaan
duren, maar er zit beweging in. Over enkele decennia heeft naar
verwachting 25% van onze bevolking een chronische ziekte of handicap.
Het is heel goed mogelijk dat ik daar zelf ook toe behoor. En denk maar
niet ik me residentieel zal laten wegmoffelen."
Prof. dr. Douwe van
Houten (1947-2010) was hoogleraar sociaal beleid en organisatie
aan de
Utrechtse Universiteit voor Humanistiek. Hij was een groot
pleitbezorger van een gevarieerde samenleving waarin ook mensen met een
handicap gelijkwaardig meedraaien. Douwe van Houten publiceerde talloze
stukken waaronder het in 1999 verschenen boek De
standaardmens voorbij.
De foto is gemaakt rond 1990 voor de Universiteit van Humanistiek.
Bovenstaand
interview verscheen in 2001 in het blad ZoWel van Somma, de koepel
van sociaal-pedagogische diensten voor mensen met een handicap, die in
2003 in MEE werd ondergebracht.