Vrijheid,
veiligheid, verantwoordelijkheid
Hij
kent
Amsterdam als zijn broekzak, zijn humeur is onverwoestbaar
en aan 4,5 uur slaap per nacht heeft hij genoeg. Maar goed ook. De in
het nieuwe college geïnstalleerde wethouder Eric van der Burg
staat met zijn mede-bestuurders voor een uitdagende taak: meer dan 200
miljoen bezuinigen in de komende vier jaar.
Wie Eric van
der Burg
één keer heeft gezien
vergeet hem nooit meer. Veters los, het korte haar recht omhoog, bijna
handenwrijvend van energie en haast. Van der Burg heeft plannen
met
Amsterdam. Een missie. Hij wil de zaken op orde krijgen. Minder regels.
Een efficiënte manier van werken. Maar ook: behoud van goede
zorg voor Amsterdammers die niet zonder kunnen.
Waar
komt die gedrevenheid vandaan?
In 1975, ik was toen tien, had je de Molukse gijzeling en de
gijzeling in Bovensmilde. Kinderen stonden voor het raam in hun school
met een papier waarop stond ‘Van Agt, wij willen
leven!’ Dat was het eerste moment dat ik dacht: dit vind ik
niet kloppen, hier ga ik me mee bemoeien.
Een paar jaar later zag je tijdens de krakersrellen de tanks
door de straten rollen. Toen wist ik het zeker: ik wilde in de
politiek. Al vrij snel kwam ik erachter dat het de VVD was waar ik
thuishoorde. Ik heb gewacht tot ik 17 was, ben lid geworden en vanaf
die dag actief geweest.
Was
het wethouderschap een langgekoesterde droom?
Ja. Van 1992 tot 1997 was ik bestuurslid in Amsterdam
Zuidoost, in 2001 kwam ik in de gemeenteraad, waar ik in 2004
fractievoorzitter werd. Toen ik in 2009 werd benoemd tot lijsttrekker
voor de gemeenteraadsverkiezingen heb ik gezegd: we streven naar twee
VVD-wethouders en als daar de portefeuille Zorg bij zit, ben ik
één van de kandidaten. Omdat ik dol ben op
politiek, op Amsterdam en op de zorg is dit voor mij een ideale baan.
Wat
heb je met zorg?
Ik heb geen medische achtergrond, ik heb rechten gestudeerd. Wat je
ziet in zo’n studieomgeving is vooral de succeskant van het
leven. Toch ben ik me er altijd van bewust geweest dat er ook een
andere kant is.
Marco Borsato heeft
het in een liedje gezegd: je zit op
rozen gewoon omdat je hier geboren bent. Succes is hard werken, maar
het is je voor een deel ook gegeven.
Van 1997 tot nu ben ik naast mijn raadslidmaatschap regiodirecteur
geweest bij ouderen- en gehandicaptenorganisatie OsiraGroep. Daar heb
ik die andere kant van dichtbij gezien. Mensen die aan het einde van
een vol leven ineens aftakelen, mensen die door een handicap
minder
kansen hebben of voor wie het leven door een ongeluk in
één seconde is veranderd. Het kan ons allemaal
gebeuren. Ik leef in het besef dat ik mazzel heb. Dat geeft je
verantwoordelijkheid.
Vrijheid,
veiligheid en verantwoordelijkheid zijn je kernwaarden
Ja. Ik heb altijd gezegd: als je streeft naar een samenleving waarin
mensen zoveel mogelijk vrijheid hebben, dan moet je ook
zorgen voor de mensen
die zorg nodig hebben.
Dat zijn kinderen; die moet je opvoeden en opleiden tot ze zelf kunnen
kiezen. En ouderen, gehandicapten en chronisch zieken; die moet je
maximaal steunen in de zelfstandigheid die ze nog hebben. Mensen die
tijdelijk uit de running zijn moet je helpen met opleidingen,
trainingen of het vinden van een baan.
Hoe
kende je de GGD?
Als een stevige, professionele organisatie.
Vanuit mijn vorige politieke functie heb ik een paar keer meegelopen
met Vangnet & Advies. Ik herinner me een werkbezoek
met een vrouwelijke medewerker. We gingen naar een man
in Zuidoost die uit het spoor was geraakt en ook agressief was. Het
eerste wat hij deed was alle sloten achter ons dichtdraaien. Dan denk
je: woow, deze vrouw was hier dus normaalgesproken in haar eentje naar
binnen gegaan. Ik had het idee dat ze heel goed wist wat ze deed, maar
vond zoiets toch wel dapper.
Hoe
ziet je reguliere contact met de GGD eruit?
Minimaal eens in de twee weken spreek ik de directie in het
stafoverleg. Als het gaat om de Zorg en de andere onderwerpen in mijn
portefeuille waaronder Sport & Welzijn en Personeel,
Organisatie & Integriteit en Dienstverlening, ben ik de eerst
verantwoordelijke. Voor de wethouder Jeugd Lodewijk Asscher (PvdA) en
wethouder Luchtkwaliteit Eric Wiebes (VVD) treed ik formeel op als
onderaannemer. In praktijk zitten we toch vaak samen aan de tafel.
Gelukkig zitten we voor een belangrijk deel op
één lijn.
Wat
zijn nu belangrijke onderwerpen van gesprek?
De ambulancezorg is een belangrijk onderwerp. Per 1 januari volgend
jaar wil de wetgever daarvoor per regio één
vergunninghouder. Dat kan de GGD zijn, de VZA of de RAVAA waarin beide
verenigd zijn. Ook de meldkamer komt onder dezelfde organisatie. Als
deze zorg bij de GGD wordt weggehaald heeft dat grote consequenties,
ook als het gaat om de contacten van hulpdiensten binnen de
veiligheidsregio. Wat ons betreft had het niet gehoeven,
één vergunninghouder voor Amsterdam, maar dit is
gewoon besloten door het kabinet. Dat gold destijds ook voor het
besluit Schiphol in te delen bij de veiligheidsregio Haarlemmermeer.
Heel Amsterdam was ertegen, maar het is toch gebeurd.
En
de Jeugdgezondheidszorg?
Daar komen ook veranderingen. Afgesproken is dat de regie van de Ouder-
en Kindcentra per 2011 formeel, dus inclusief het geld, bij de
stadsdelen komt te liggen. De taken van de JGZ veranderen daardoor op
dit moment niet, maar de begroting komt er wel anders uit te zien. Daar
zijn we nu volop mee bezig.
Meest
ingrijpend is natuurlijk de gemeentelijke bezuiniging
van 210 miljoen euro. Wat gaat de GGD daarvan merken?
De bijdrage aan de bezuiniging van de GGD die we hebben afgesproken is
vijf miljoen euro. Dat is een fors bedrag, inderdaad. Op dit moment
bekijk ik met de GGD-directie alle varianten. Wat kan goedkoper door
efficiënter te werken? Welke meevallers kunnen we inboeken?
Hoe kunnen we snijden in het takenpakket? We beslissen hierover in het
college op 9 en 10 september en maken de beslissing bekend op 12
oktober bij de presentatie van de begroting voor 2011 aan de
Gemeenteraad Amsterdam. Meer kan ik daar nu helaas niet over zeggen.
Je
opereert in een brede coalitie. Wat zijn daar de voordelen van?
Dat je een breder draagvlak hebt in de stad. We staan voor een
ontiegelijk moeilijke bezuinigings- en reorganisatieoperatie. Het is
belangrijk dat je daarvoor heel veel steun hebt. Nadelen zijn
natuurlijk dat meningen kunnen verschillen en besluiten meer tijd
kosten. En voor ons als kleinere partij betekent het natuurlijk dat je
met enige regelmaat niet je zin krijgt.
Heb
je al iets moeten inleveren?
Ja, we hadden de parkeertarieven willen verlagen met een euro. Dat is
niet gelukt. In ons verkiezingsprogramma stond ook een bezuiniging op
de armoedegelden. Toen we merkten dat daar geen enkel draagvlak voor
was in de stad hebben we dat punt direct ingeleverd. Ik vond dat
persoonlijk ook niet zo erg, al verdedig je als lijsttrekker je
verkiezingsprogramma van het eerste tot het laatste punt.
In
de campagnestrijd heb je je opgewonden over de regelzucht van linkse
collega's.
Welke regels mogen wat jou betreft weg?
De VVD is voorstander van meer verantwoordelijkheid voor professionals.
In de zorg kun je daarbij denken aan indicatiestelling. Die wordt nu
uitgevoerd door het Centrum indicatiestelling zorg maar die uitvoering
roept landelijk discussie op. Wat ons betreft zou in Amsterdam de
huisarts of de zorginstelling zelf kunnen gaan indiceren. De gemeente
zou zich daarbij tot een controlerende taak kunnen beperken.
Aan
welke belofte mogen we je houden?
Ik hoop dat we een aantal zaken goed kunnen regelen waaronder de Wmo.
Die kent nu al een aantal tekorten door zogenaamde
open-einderegelingen, regelingen voor bijvoorbeeld uitkeringen waar
mensen recht op hebben en die kosten onvoorspelbaar maken. Het kabinet
gaat waarschijnlijk veel van de AWBZ overhevelen naar de Wmo. Dat
betekent voor Amsterdam een verschuiving van honderden miljoenen
euro’s, gekoppeld aan een extra bezuiniging van 15 tot 20
procent, die op de stad afkomen. Dat goed regelen is een grote
uitdaging. Wat voor mij voorop staat is dat het aanbod op het gebied
van zorg en welzijn blijft bestaan voor de mensen die dat het hardst
nodig hebben. Amsterdammers moeten zo weinig mogelijk last hebben van
de veranderingen.
Heb
je er zelf vertrouwen in dat dat lukt?
Absoluut. Het zal wel moeilijke besluiten met zich meebrengen, maar
daar schrikken we als coalitie niet voor terug, omdat we het gewoon
belangrijk vinden. Dus ik verwacht: gezond verstand, creativiteit,
doorzettingsvermogen en dan komen we er wel. Wat mijn optimisme zou
kunnen breken? Dat weet ik niet, eigenlijk. Na een tegenslag is er
altijd weer een morgen, waarop je kunt bedenken wat je overmorgen beter
kan doen.