De
camino
Sint
Jacob
Aan de
pelgrimsroute naar Santiago de Compostella, in
feite
een web van wegen door West-Europa, ligt de oeroude legende
ten grondslag van de apostel Jacobus (de Meerdere), hiernaast te zien
als schildering op de muur van de Suitbertuskerk in Buurmalsen.
Jacobus is een van de
belangrijkste vertrouwelingen van Christus. Na de dood
van Christus begint hij zijn eigen apostolaat en vertrekt op
zekere
dag naar het Iberisch schiereiland. Als blijkt dat men niet
enthousiast op zijn boodschap reageert, keert hij mistroostig
terug naar Jeruzalem.
In de tijd die volgt groeit de faam van
zijn prediking
echter snel. Zo snel, dat dit de ergernis wekt van de Romeinse
heersers.
Uiteindelijk
wordt Jacobus, na op zijn weg tot het laatste toe velen te hebben
genezen en bekeerd, gedood door het zwaard van Herodes
Antipas. Dit gebeurt in het jaar 44. Jacobus is de eerste apostel die
sterft als martelaar.
Naar Galicië
Daarmee is het niet voorbij. Als het donker is, ontfermen twee
discipelen zich over het
dode lichaam van Jacobus. Ze leggen het in een bootje zonder roer, dat
door een engel
geleid in zeven dagen
naar de kust van Galicië drijft, om in de monding van de
rivier de Ulla vast te lopen op een steen in de plaats
Padrón. De discipelen gaan aan land en begraven Jacobus in
een versierd stenen graf in de buurt van Lupuria.
Eeuwen gaan
voorbij. In de achtste eeuw maken de Moren zich
meester van het schiereiland. Niemand denkt nog aan het graf
van de heilige Jacobus. Tot dit omstreeks 813 vanwege een helder
stralend
licht boven het struikgewas door de kluizenaar Pelayo wordt herontdekt.
Koning Alfons II
van Asturië (791-842) reist af naar
Galicië en laat op
het graf een kleine kerk verrijzen (in 1946 zijn bij opgravingen de
granieten
fundamenten hiervan ontdekt). Hierna beginnen de
pelgrimstochten naar deze plek op gang te komen.
Santiago de Compostella
Een
grotere kerk, gebouwd
bij het
graf, wordt in 997 door de Moren in de
as gelegd, maar de begraafplaats blijft bestaan als
bedevaartsoord
en wordt met de tijd het middelpunt van een kleine stad,
Santiago de Compostella.
Santiago betekent Sint Jacob, van Compostella vermoedt men een
verwijzing naar
campus
stellae
ofwel sterrenveld. Mogelijk is het, naar het plaatselijk latijn
composito tella,
een afgeleide van 'begraafplaats'. Een composthoop! In
deze plaats, Santiago de Compostella, wordt rond 1200 de
kathedraal gebouwd die het eindpunt van de camino is.
De oudste schriftelijke vermelding van de Jacobusverering is
terug te vinden in een
Franse tekst van vóór 870. Door heel
Europa ontstaan belangrijke pelgrimsroutes naar Santiago. Vanaf circa
1100 is de stad na Jeruzalem en Rome de belangrijkste bedevaartplaats.
Met een terugval rond de tijd van de reformatie in de
zestiende eeuw, duurt dit
tot
op de
dag van vandaag. Elk jaar bereiken naar schatting rond honderd duizend
pelgrims de kathedraal, om in het portaal van de
verheerlijking een hand te leggen op een marmeren zuil die
de boom
van Jesse verbeeldt, terwijl de marmeren Sint
Jacob glimlachend
toekijkt. Wij hebben begrepen dat het aanraken van de nu al diep door
vingers uitgesleten zuil sindskort niet meer mag.
Pelgrimeren
Pelgrimeren
staat voor
onderweg zijn, tot bezinning komen, loslaten, vooruit kijken.
Een proces dat, hoewel veel pelgrims religieuze motieven
hebben, niet noodzakelijk met religie te maken heeft. Altijd
al hebben mensen willen weten wat
achter de horizon ligt, en altijd hebben ze toegegeven aan hun drang.
De middeleeuwse pelgrim was een dualist, noteert Clemens Sweerman in
het boekje dat de fietsroute naar Santiago beschrijft, hij
dacht in uitersten. De wereld werd in evenwicht gehouden door goed
tegenover kwaad. Daar waren personen bij
nodig, symbolen, onaardse krachten, zoals Maria, heiligen,
demonen en monsters. Sint Jacob is zo'n heilige geworden. In alle
kerken op de route zijn verwijzingen naar hem terug te vinden.
De pelgrim staat voor eenvoud. Op dit
schitterende glas-in- loodraam van Jan Schoenmaker gaat hij op
sandalen.
Aan zijn staf een kalebas voor water, op zijn mantel de kenmerkende
schelp.
De schelp
Waar
komt die schelp als symbool vandaan? Een veel voorkomend
verhaal is
dat de Sint Jacobsschelp zijn naam dankt aan het feit dat het graf
van Jacobus bedekt was met schelpen. In de
Christelijke symboliek
staat de schelp voor wedergeboorte. Als de schelp zich ontsluit, mag de
mens opstaan en verder gaan.
Aannemelijker lijkt de schelp als symbool voor de kust van
Galicië. Pelgrims namen de schelp mee terug
van
hun tocht naar Santiago en droegen hem op hun jas of
tas als bewijs dat hun bestemming na alle ontberingen echt was
bereikt. Met de tijd werd de
Sint
Jacobsschelp het
symbool van alle
jacobspelgrims onderweg. De groeven, zo wordt
gezegd, staan voor alle
wegen die naar het eindpunt lopen.
Pelgrimswegen
Het zijn vele wegen die naar Santiago de Compostella leiden.
Ze liggen als
een web over West-Europa
Terug naar de overlevering
Nog even
terug naar de
geschiedenis en overlevering. Een flink deel van het hierboven
zichtbare gebied behoorde ooit tot het rijk
van Karel de Grote. De Frankische koning begon in 777 een
oorlog
tegen de Moren, nadat hem door de heersers van Barcelona en
Zaragoza hulp was
gevraagd. Ondanks de verovering van het gebied rond de
Pyreneeën werd zijn veldtocht geen succes. Op de terugtocht
werd het leger van Karel de Grote
verslagen bij de Slag van Ronceveaux.
Over deze slag is
het beroemde
Roelantslied geschreven. Hierin wordt geen melding gemaakt van het
bestaan van
de
heilige Jacobus. Nieuwere bronnen zeggen echter dat de
apostel een
rol speelde bij Karels besluit naar Spanje te trekken. Jacobus zou zich
in een droom aan hem hebben geopenbaard en hem met een baan van sterren
(de melkweg) naar Spanje hebben gegidst.
Ook Koning Alfons II en zijn opvolgers grijpen Jacobus aan om hun
politieke streven, de herovering van
Spanje op de Moren, wat ruggesteun te geven. In
844, tijdens de slag van Clavijo, bereidt koning Ramiro
I het plaatselijke muzelmannenleger een verpletterende nederlaag.
Temidden van het strijdgewoel zou de heilige Jacobus
gezeten op een wit ros en
zwaaiend met zijn zwaard aan de hemel zijn verschenen. Hieraan ontleent
de brave apostel zijn bijnaam 'matarmorus', morendoder, hij
werd de beschermheilige van héél het
Iberisch
schiereiland.
Sint Jacob in Nederland
Ook in Nederland heeft de gedachtenis van de heilige Jacobus zijn
sporen nagelaten, in kerken en organisaties, kunst en
relieken. Een deel van de melkweg-legende wordt hierbij door
de
Friezen opgeëist.
Een kroniek uit 1100
vertelt dat Karel de Grote, de koning der Franken die ook over
Friesland regeerde, zijn weg van sterren
zag beginnen bij de Friese Zee, de
mare frisicum.
Daar aan de kust ligt nu Sint-Jacobiparochie,
Sint Jabik in het Fries. Het Jabikspaad wordt gezien als de Friese
aanlooproute voor de camino. Vlakbij vertrekken wij,
Mariëtte en Yvonne, voor onze pelgrimstocht per
fiets. Uit
Jannum, waar je op de terp een prachtig
kerkmuseum
vindt.
Meer lezen? Over de
pelgrimage naar Santiago de
Compostella bestaan honderden website. Die van de Vlaamse
zusters
van OLV ten Bunderen is bijzonder informatief. Ga verder naar
Compostela vanaf het bedevaartgedeelte.