Yvonne
van Osch
Literaire punch #7: het
niet-gebeuren
Alleen maar
misverstanden
Niets gebeurt,
heet het verhaal van Dirk Ayelt Kooiman, waarin de
hoofdpersoon terugkijkt op enkele dramatische uren
uit
zijn leven. Juist het niet-gebeuren zet alles onder stroom.
Gepost
door Yvonne van Osch op 6 mei 2015
Bij het opruimen van onze boekenkast heb ik al zeker vijf
keer
met een vergeelde bundel verhalen uit De Revisor in mijn handen
gestaan:
Het
hart in het hoofd
(1979). Weg, niet weg? Iets daarin heeft
steeds getinteld en nu weet ik weer wat dat is: het
verhaal
Niets gebeurt
van Dirk Ayelt Kooiman.
In dit verhaal blikt een man terug op twee, drie uur uit zijn
leven. Gedompeld in de herinnering aan een
onverwacht zoet
herdersuurtje, stuurt de man zijn auto door een duistere,
bevroren stad. Er is schuldgevoel, of iets
dat daarvoor doorgaat – bedenkingen, de notie dat het niet
klopt,
inwendig uitgesproken rechtvaardiging – maar alle
gedachten zijn
kansloos tegenover het wilde terugverlangen en een verlokking
die plotseling
in beeld lijkt gekomen. De verlokking van een leven
vol vreugde en druistig doen, een leven zonder
de apathie en
machteloosheid waarin zijn dagen al jaren zijn gepakt.
Pakje sigaretten halen
Als de overspelige een telefooncel ziet, bedenkt hij niet
zonder
verwondering dat er geen enkel fysiek beletsel is om zijn
liefje op te bellen. Ergens weet hij al dat dit niet gaat gebeuren.
Maar waarom niet? Waarom
zou
hij het niet gewoon doen? De vrieswind stolt zijn handelen,
terwijl gedachten malen in zijn hoofd. Alle zinnen die
uitgesproken hadden kunnen zijn en zouden kunnen worden...
Mensen die een beslissing durven
nemen. Mensen die een pakje sigaretten
zijn gaan halen en nooit meer teruggezien worden. Je bent zelfs te
bescheten om haar op te bellen. ‘Ik ben over vijf minuten bij
je.’ ‘Werkelijk? Dat lijkt mij anders niet
zo’n goed idee. Sommige dingen hebben geen vervolg, weet
je.’ Liever een illusie dan een verarmde werkelijkheid.
– Zodat hij ontkoppelt, schakelt, koppelt, en verder rijdt in
een onvermijdelijke richting.
Het is pijnlijk openhartig. Wie schrijft zoiets die het niet zelf heeft
meegemaakt? En wie, die het kent, wordt er niet door geraakt? Driften,
neigingen, onafgemaakt handelen, verlamde beweging. Klopt het dat we
liever een illusie willen dan een verarmde werkelijkheid? Of is zelfs
dát een illusie, gelet op de richting die we uiteindelijk
kiezen. Wat
zijn we toch een stel schlemielen. Ook deze beslissing
is natuurlijk geen werkelijke beslissing, het is het ontbreken ervan,
de magnetische kracht van het vertrouwde. Er is geen noodlot, denkt de
gezichtsloze hoofdpersoon, er zijn alleen maar misverstanden.
Alsof niets meer weet waarvoor het dient
Het boekenrek met boeken, bank
en stoel, een schilderij
hangt aan de muur, een asbak met drie peuken. Het is alsof niets meer
weet waarvoor het dient. Alsof het televisietoestel zich verwondert
over de bank, de bank over de tafel...
Ondertussen heeft het noodlot toch beslist. Had hij dan geen enkel
voorgevoel? Jawel! Maar hij wist het niet! In de slaapkamer treft hij
zijn
vrouw, diagonaal over het bed. In één oogopslag
weet hij, zonder het te weten, alles.
...de lapjessprei op het bed
(---): die hele,
zorgvuldige, zinloze kompositie van wat nèt een echte
slaapkamer is, zoals de kamer waarin hij staat nèt een echte
kamer is, en het huis nèt een echt huis waarin mensen
leven.- Maar toch is dat allemaal van ondergeschikt belang, een excuus
aan de feiten. Want wat hij in werkelijkheid gezien heeft in die
slaapkamer berust op suggestie. Het is de suggestie dat alles op
springen staat, dat alles, ieder voorwerp, ieder deeltje materie, elk
moment los kan barsten in een spontane zelfvernietigende
aktiviteit…
Wat is het misverstand?
De vrouw is dood, daar kan geen twijfel aan
bestaan. Wat begon als een duik in de wanhoop van een
vergrauwde
liefde, mondt uit in een gruwelijke kreet van pijn. De
geschiedenis heeft
medelijden met zichzelf, denkt de
weduwnaar. Morgen was het zaterdag. Ze
zouden vroeg op en naar de markt.
Wat
is er gebeurd? Wat heb je gedaan? Maar dat was helemaal de bedoeling
niet!
Nee jongen, dat was helemaal de bedoeling niet. Maar er was geen tijd,
geen ruimte, om na te denken!
Wat zo beklemmend is in dit verhaal, is de zelfbeschouwing, de
genadeloze spiegel. Gevangen in gedachten, een werktuig van
omstandigheden, ziet de man zijn eigen gedrag - de
besluiteloosheid, hoe hij met een gespleten lucifer zijn
nagels
schoonmaakt en merkt dat het te laat wordt om in een reflex te
reageren, het niet-handelen. Hij kan er niet aan ontsnappen.