Fictiegoeroe James Wood houdt van
beeldende scènes. Zijn favoriete detail komt uit Saul
Bellow's Seize the Day,
waarin de hoofdpersoon een hoogbejaarde man helpt oversteken en
verrast is een ‘big but light elbow’ aan te
treffen. In een interview met Joost de Vries voor de Groene
Amsterdammer verklaart Wood zijn obsessie met details aan de
hand van
Knausgård.
Mij intigreren details die dingen plotseling op hun plaats zetten. Ik herinner me het boek Familiefeest van Theodor Holman. Het gaat over de dagen na het overlijden van zijn vader. De familie is bij elkaar, de begrafenis moet geregeld. Er is verwarring, verrassing ook vanwege de gezelligheid (?), euforie zelfs, meligheid, en steeds de onafgemaakte confrontatie met het Indisch kampverleden. Grimmige pijnscheuten in keiharde grappen. Wat gebeurt hier eigenlijk, begin je je zo halverwege af te vragen. Hoe staan deze mensen tegenover elkaar? Dan zo'n zin:
Een punch in slow motion. Het was misschien gewoon een flauwe familiekreet die moest afleiden van een iets te frequent dorstgevoel. Maar was het niet ook iets anders? Het vehikel voor een diep verlangen. Een verlangen naar de troost van intimiteit. Naar warmte die niet weggaat wat er ook gebeurt? De geur van je nest zal altijd aan je kleven, dacht ik bij mezelf, of je wilt of niet. En je zult er altijd een beetje van blijven houden. Ik snapte in één keer waar de borrel goed voor was.
Van Holman naar Salter. Bijna alles wat James Salter schrijft komt bij me binnen als een punch. En ook wat hij níet schrijft. Soms blader ik terug. Heb ik iets gemist? Hoe is hij van a naar b gekomen? Alsof je naar een animatie kijkt van een poppetje dat de trap op loopt: je ziet niet hoe het gebeurt, maar zijn voeten gaan van tree naar tree en ineens is het poppetje boven. Ik lees zin voor zin en zie het niet. Hoe doet hij dat toch?
'De ochtenden worden kil. Ik ben dertig, ik ben vierendertig - de jaren verdorren als bladeren.'
Blijf daar maar eens nuchter bij. Proza dat als een man op je afkomt, schreef Michael Zeeman. Dit is een stukje uit Spel en tijdverdrijf (ontleend aan een Koran-citaat) vertaling van A sport and a pastime (1967). Uit ditzelfde boek volgens mij - ik kan het niet terugvinden, komt een zinsnede waar ik nadien nog vaak aan heb gedacht. Hoofdpersoon Dean, Amerikaans student op seksexpeditie in Frankrijk, komt een restaurant binnen. Hij kijkt om zich heen, ziet een verzameling mannen: