Geschreven door Yvonne van Osch
Afgelopen dinsdag
(23 september 2014) hebben
14.000 Amsterdamse gemeenteambtenaren een brief van hun werkgever
gekregen. Wat
er gaat gebeuren, waarom het nodig was en wat het voor hen betekent of
zou
kunnen gaan betekenen. Goed nieuws, slecht nieuws? ‘Van
slechts honderd mensen
is nog niet duidelijk of ze misschien boventallig zullen
worden,’ zegt Arjan van Gils. ‘In die zin is er
geen banenverlies.’
Arjan
van Gils tijdens de presentatie talk of the town #64,
september 2014
Je zou het een voor de Amsterdamse gemeentesecretaris kenmerkende manier van formuleren kunnen noemen. Pragmatisch positivisme overheerst in elke zin. Hoe het dan precies zit? Hoor eens, de tijd van navelstaren is voorbij, we moeten vooruit. Van Gils is naar Pakhuis de Zwijger gekomen om voor een ongeveer honderdkoppig publiek van betrokken en deels bezorgde stadsmakers, ondernemers, ambtenaren en burgers licht te werpen op de achtergronden en uitwerkingen van de veranderingen die in de gemeentelijke organisatie ophanden zijn.
Spaghetti
Eerst de schets van Amsterdam anno nu: zeven stadsdelen met hun eigen bestuur, 50 stadsloketten, een spaghetti aan informatiestromen, ondoelmatigheden zoals karretjes van de reiniging die stilstaan in West terwijl er in het Centrum na Koninginnedag tekort aan is, bouwprojecten die stagneren door bureaucratie en het spel van beleggers. Het kan beter, sneller, moderner, én goedkoper. En dat zal ook wel moeten, aangezien bovenop dit alles een aantal grote taken in het domein van jeugd en sociaal kwetsbaren niet alleen naar de gemeenten toekomen maar ook voor dertig procent minder geld moeten worden uitgevoerd. Zoals vroeger zal het nooit meer worden, helpt Van Gils ons naar de realiteit.
Samenspel
Zelf begon de
gemeentesecretaris twee jaar terug als eerste adviseur van het college
van
B&W in Amsterdam met de opdracht een blauwdruk te maken voor de
nieuwe
stad. ‘De verzamelde plannen besloegen 1800
pagina’s,’ vertelt hij. ‘Je vroeg
je af: wie zou dat gaan lezen?’
Met het schetsen van de
hoofdlijnen verdween ook zijn eigen scepsis. Het belangrijkste, aldus
Van Gils:
1) We moeten van buiten naar binnen, dienstbaar zijn. Uitgaan van wat
goed is
voor de stad en dat proberen te realiseren.
2) We moeten met
één gezicht naar
buiten, zoals nu bijvoorbeeld met Amsterdam Economic Board gebeurt
(platform
dat zakelijke initiatieven vertegenwoordigt en verbindt).
3) Er moet
meer
samenspel zijn tussen bestuur en organisatie. Denk aan het debacle met
de
noordzuidlijn. Hierin heeft het bestuur de regie teveel uit handen
gegeven; de
organisatie heeft het bestuur te laat in de problemen gekend.
Scharrelruimte
Alles voor de stad. Een woord dat vaker valt is ‘scharrelruimte’. Balans tussen regie en ruimte voor initiatieven. Goede ideeën van ambtenaren, burgers en organisaties moeten worden verwelkomd in plaats van ontmoedigd, vindt Van Gils. Aan het apparaat de taak knelpunten zoveel mogelijk weg te nemen. En dit alles als het kan per gebied en in samenwerking met alle partners, zoals medici en paramedici, maatschappelijk werk, schuldhulpverlening, buurtregisseur, politie, woningcorporaties, bewoners en winkeliers.
Op dit moment vindt een proces van uitlijnen plaats. Benoemde gebieden in elk stadsdeel binnen de vier clusters (dienstverlening, bedrijfsvoering, sociaal en fysiek) omschrijven focusactiviteiten en de begroting daarvoor voor vier jaar. Ertegenaan! Niet dat het vanzelf zal gaan, erkent Van Gils. De reorganisatie lijkt op de verbouwing van het Centraal Station: nieuwe sporen, nieuwe wegen, water dat wordt omgeleid… en ondertussen moeten er dagelijks ook nog een paar honderdduizend mensen doorheen. Maar het kan. Het lukt. Amsterdam is gebouwd op palen, maar steunt op mensen.‘Culture eats strategy for breakfast,’ parafraseert een vrouw in de zaal. Je kunt het nog zo mooi bedenken, een cultuur veranderen is een van de moeilijkste dingen om te doen.’ De gemeentesecretaris ontkent het niet. ‘Praktische ingrepen kunnen helpen,’ denkt hij. ‘Minder intern onderhandelen, stoppen met onnodige facturenstromen, collectief leiderschap. Het gaat om echte verbinding met de stad. We hebben op sleutelposities veel nieuwe jonge mensen benoemd, veel vrouwen ook. De eigenschappen die je nodig hebt? Je moet je vak verstaan, verliefd zijn op de stad en goed kunnen communiceren.’
Veranderexpert Paul Crijns: ‘Herkennen de mensen die dinsdag die brief ontvingen zich ook in dit verhaal? Voelen ze zich er onderdeel van?’ Antwoord: ‘De meerderheid wel. Uiteindelijk zijn mensen realistisch. Ze kijken al gauw: what’s in it for me.’
Dit kan beter, vindt
Natasje van den Berg, die met de microfoon al die tijd soepel door de
zaal
beweegt. De mede-auteur van het boek Praktisch idealisme
kent de pijn
van reorganiseren, de twijfels, de scherven in de porseleinkast. Ze
kent ook
de noodzaak van veranderen. ‘Over twee jaar ontmoeten we
elkaar weer, wat is
er dan veranderd,
waar kunnen we u aan houden?’ We noteren de doelen die ze met
gemeentesecretaris Van Gils op een rijtje zet: de gemeente werkt
sneller en
duidelijker, er is meer ruimte voor kleine initiatieven, grote routines
gaan
simpeler. Punt.