Hoe vrij zijn wij? Wát is het dat beslist op het ‘beslissend’ moment in de voorstelling Playing Cards: SPADES van Robert Lepage? De hersens? De buik? De genen? Filosoof Maarten Coolen ziet lange reeksen onbewust bedachte antwoorden op situaties.
Geschreven door Yvonne van Osch
‘Uit het feit
dat u
hier
zit, kunt u afleiden dat u hier
wilde zijn… iets waarvoor ik u
zeer erkentelijk
ben.’ Maarten Coolen heeft zijn complimenten tot het laatst
bewaard. Voor een
rijp en groen publiek reflecteerde de filosoof en UvA-gastdocent aan
Spui25 in
de wekelijkse lunchlezing Broodje Kennis op het thema van de
voorstelling Playing
Cards: SPADES die in het Holland Festival te zien zal zien.
De schoppenkleur staat
voor de aanval. Op het slagveld, in de liefde, aan de pokertafel.
Bekende
decors in de jacht op geluk die de westerse mens ingebakken lijkt. Hoe
die
decors ons gevonden hebben? Kennelijk heeft iets ons erheen gedreven.
Oorlog,
honger, ambitie, lust? Angst? De vrije wil is een ongrijpbaar iets.
De vrije mens
Het is in deze tijd een
beetje in de mode, zegt Coolen, om te zoeken naar bewijzen dat de mens
door
zijn hersenen wordt bepaald. (Denk aan hersenonderzoeker Dick Swaab: We
zijn
ons brein of Viktor Lamme: ‘Er zit een Mart Smeets
in ons hoofd die zegt
wat we moeten doen en denken.’ ‘Wilders regeert
onze amygdala.’) Dat
bepaald-zijn zou betekenen, dat wij onze levensloop niet kunnen
beïnvloeden.
Onaanvaardbaar, vindt Coolen. Maar is het niet ook paradoxaal? Als de
mens niet
vrij is, hoe zou hij dan vrij genoeg kunnen zijn om te zoeken naar
bewijzen
voor het feit dat hij niet vrij is?
Weten wij wat vrijheid is? Coolen onderscheidt de ‘negatieve vrijheid’ van de rouwdouwer die zich door niets en niemand in laat perken en de ‘absolute vrijheid’ van de creatieve denker die naar binnen keert om te bepalen wat hij wil. Descartes zag de vrije mens als een denkend ik ten opzichte van het universum ('Ik denk dus ik ben'). Het lichaam, vond de zeventiende-eeuwse grondlegger van het rationalisme, in zijn Hollandse tijd onderwijl luid klagend over fysieke kwalen, is geen onderdeel van ons wezen. Het is de geest, vonden ook latere denkers, die een wil aan de wereld op kan leggen.
Gesitueerde vrijheidCoolen voelt zich meer
verwant met vroeg-twintigste-eeuwse fenomenologen als
Merleau-Ponty, voor
wie het lichaam beginpunt van alle ervaring is. ‘Wij hebben
geen denkende
geest,’ vindt hij, ‘wij antwoorden op situaties die
al in de realiteit aanwezig
zijn. Iemand die ongelukkig is, kan bijvoorbeeld niet besluiten vrolijk
te
zijn, maar kan wel onverwacht blij worden van bloemen in een weiland.
En als je
iets pakt of gaat verzitten, is het niet je hoofd, maar de situatie die
jou de
beweging ingeeft.’
Gesitueerde vrijheid dus.
De vrijheid om te reageren op je omgeving, die voor een groot deel los
van jou
bestaat. En… die grenzen en hindernissen nodig heeft om te
kunnen bestaan, zo
heeft Merleau-Ponty ons al geschetst. Iemand die voor een rotswand
staat, zei
hij, ervaart het kunnen klimmen pas als vrijheid wanneer die rotswand
als een
hindernis voor hem opdoemt. Voor mensen die vanaf een terras toekijken,
heeft
dezelfde rots niets met vrijheid te maken. Hindernissen, zegt Coolen,
beperken
de vrijheid dus niet, maar maken het juist mogelijk deze te ervaren.
Goeie gok
Terug naar Playing Cards: SPADES. De veelbelovende voorstelling van gelauwerd Canadees acteur en regisseur Robert Leplage gaat over beslissende momenten. Momenten die een keerpunt vormen in iemands leven. Hoe groot de rol van het toeval in die momenten is, zul je filosofisch gezien nooit kunnen weten. Als het beslissende moment door toeval ontstaat, zou ook het hele voortraject om bij dat moment te komen op toeval hebben berust. ‘Je kunt tegen je levensgezel zeggen: wat een toeval dat ik je gevonden heb! Maar hij of zij zal zich niet prettig voelen bij het idee dat ook de bestendigheid van de relatie op toeval zou berusten. Er moet, kortom, sprake zijn van een oorzakelijke urgentie.’Beeld uit de voorstelling Playing Cards: Spades, van Robert Lepage
Een man in het publiek werpt de vergelijking op van de beroemde beeldhouwer die het beeld al in de steen zag (hij hoefde alleen maar alles wat niet-beeld was weg te halen). Ja en nee, vindt Coolen. De meesters ontdekten hun beelden pas echt terwijl zij aan het hakken waren. Het kan! Soms ontdekken we plotseling een gelukkig toeval. Een goede gok kan helpen. Spades, schoppen, levert in Amsterdams klaverjas dubbele punten op. Je wint veel, of verliest veel. Wat moet je willen? Leo Tolstoj verspeelde een heel dorp met pokeren, maar hij gaf de mensen er scholen voor terug. Oorlog en vrede, leven en dood, het is vaag. Vrije wil? Wie mazzel heeft, weet er het beste van te maken. Allemaal kijken naar Playing Cards: SPADES (3,4 en 5 juni in de Westergasfabriek).