Impressie van TOTT#67 over ouderenzorg nieuwe stijl
Warme
schil rond ouderen moet groter
Dochter,
buurvrouw, kaartclub, kerk. Het aandeel van informele partijen in de
langdurige zorg voor ouderen zal vanaf 2015 veel groter moeten. Hoe dat
zal gaan in een stad als Amsterdam? TOTT#67 blikt vooruit.
Gepost
door Yvonne van Osch op 18 december 2014
Boeiend zal het zeker worden, als de gemeenten onder andere de
langdurige zorg voor ouderen overnemen van het rijk. Met een kleiner
budget ook nog eens. En succes!
Het betekent in ieder geval dat wordt ingeleverd op professionele
diensten. Intramurale zorg blijft alleen voor de zwaarste gevallen, ook
als het gaat om een verstandelijke, psychische of lichamelijke
beperking. In de zorgvraag wordt in principe thuis voorzien. Door wie
en hoe? Dat is precies de grote vraag. De Zwijgers Talk of the Town
verkent de stellingen.
© Yvonne Witte
Haren kammen, kaartje leggen
Bijna ieder van ons zal vroeg of laat met mantelzorg te maken krijgen,
denkt VU-hoogleraar Marjolein Broese van Groenou, die
onderzoek deed naar informele zorg voor ouderen. En dat is meer - die
mantelzorg, dan een keer haren kammen of een kaartje leggen. Het is
langdurig en intensief. Voor een demente vader of moeder kun je rustig
een jaar of tien reserveren, zo waarschuwt ze.
Om de cliënt heen zal daarom een grote kring naasten moeten
staan. Daarnaast professionele zorgverleners, zoals thuiszorg, voor
wassen, aankleden, medicijnen, advies. Misschien huishoudelijke hulp.
Verder vrijwilligers om mantelzorgers te ontlasten, bijvoorbeeld in
begeleide dagbesteding, een keer biljarten, een wandeling. En tot slot
hybride vormen zoals vrijwilligers die tegen een kleine vergoeding
bepaalde klussen doen.
Warme schil
Klinkt nog best leuk! Een beetje als vroeger misschien? Allemaal samen.
En de gemeente die er als een warme schil faciliterend
omheen zit. Nou… zover is het helaas nog niet,
zegt Hetty Vlug, directeur Onderwijs, Jeugd en Zorg bij de gemeente
Amsterdam. De grote uitdaging is natuurlijk om al die partijen met
elkaar te verbinden en verantwoordelijkheden helder geregeld te
krijgen. Dat zal eerst schuren. Het zal echt wel duwen en trekken
worden.
Vlug vestigt haar hoop op de wijkzorgteams waarvan er in Amsterdam al
vijf hebben proefgedraaid. Netwerken voor een verzorgingsgebied van
acht- tot tienduizend mensen, met huisartsen, wijkverpleegkundigen en
maatschappelijke dienstverlening als kern. De wijkverpleegkundige,
opnieuw hét gezicht van de thuiszorg, zal daarbij een
centrale rol krijgen in de signalering. Komt zij bij de cliënt
om steunkousen aan te trekken en ziet zij een stapel ongeopende post,
dan zou het zo moeten zijn, dat ze daar hulp bij zoekt. Zou, want ook
zonder stopwatch heeft een dag maar 24 uur.
Zorgsupermarkt
Wat doen de mensen zelf? Precies wat een mens doet als hij iets nodig
heeft en hij het niet vanzelf krijgt. Shoppen! Terwijl de gemeente en
de zorgverzekeraars werken aan een ideaal nieuw zorglandschap, springen
links en rechts burgers en ondernemers in de lege ruimte waar ze
behoeften zien ontstaan. Welkom in de grote zorgsupermarkt.
Zo is er in Amsterdam Oost het initiatief Buurt neemt zorg in eigen
beheer. Diverse (migranten)organisaties en bewoners die al actief
waren, bijvoorbeeld met oppassen, koken en boodschappen doen voor
elkaar, zijn samengegaan en zetten hun talent in om nieuwe groepen
bewoners op te leiden tot zorgvrijwilligers met een signaalfunctie.
Mooi voorbeeld van nuldelijnszorg.
Webapplicatie Mantelaar
Een ander vernieuwend initiatief is dat van Mantelaar: studenten
geneeskunde (en binnenkort ook psychologie) worden verbonden aan
hulpvragende ouderen, voor een praatje, de post, de ramen, even
eruit… alles wat ze maar willen behalve de verpleegkundige
zorg. Op die manier vormt zich de empathisch arts van de toekomt en
haalt de cliënt nog wat extra deskundigheid in huis. Een goed
alternatief voor wie geld heeft en zijn netwerk niet wil belasten. De
cliënt betaalt 17,50 per uur, de student houdt daar 10 euro
van over.
Handige jongen! schampert een criticus in de zaal, zo kan ik het ook.
Noodzakelijke kosten, verzekert initiatiefnemer Titiaan Zwart,
bijvoorbeeld voor het bouwen en bijhouden van de webapplicatie. Niet
dat geld stinkt, maar daar is het niet om begonnen. Zelf heeft hij er
nog geen cent aan verdiend.
©Miriam Vissers
Taken overdragen
De overhead van Cordaan zal wel wat groter zijn? Inderdaad, geeft
directeur
V&V Ronald Schmidt onmiddellijk toe. Veel van het huidig budget
gaat naar scholing, bijscholing en omscholing van medewerkers. Als een
van de grootste zorgverleners in groot Amsterdam voelt Cordaan de hete
adem van de veranderingen dagelijks. Van intra- naar extramuraal,
aanpoten! Linken met mantelzorgers en vrijwilligers, of je zin hebt of
niet!
Een van de moeilijkste dingen in de nieuwe situatie, zegt Schmidt, is
het gesprek aangaan met de cliënt. De vraag: wat kunt u zelf,
wie kunt u inschakelen? Verantwoordelijkheid is daarnaast een heikel
aspect. Als professional wil je best wat taken overdragen, bijvoorbeeld
het toedienen van medicijnen. Maar weet je altijd of het goed gebeurt?
Wie is verantwoordelijk als het fout gaat?
Gevestigde partijen zijn de baas
Luxeproblemen van gevestigde partijen, vindt een kleinere zorgaanbieder
in de zaal. Wat hem opvalt: dat er steeds over de mensen wordt gepraat,
niet met hen. Hoe krijgt de zorgvragende partij straks invloed op het
aanbod vanuit de gemeente om uiteindelijk echt zelf de regie te kunnen
nemen? Krijgen kleinere aanbieders ooit voet aan de grond voor
financiering als zij in de gemeentelijke aanbesteding geen schijn van
kans maken?
Zorgverzekeraars bepalen door contracten met (veelal grote)
zorgaanbieders in hoge mate welke zorg gefinancierd wordt. Zijn zij in
feite niet gewoon de baas? Absoluut niet, vindt Anouk Gomes van Achmea
die ook aanwezig is. De wet heeft de zorgverzekeraar een
verantwoordelijkheid gegeven… en die verantwoordelijkheid
nemen wij. We werken in Amsterdam al acht jaar met heel veel partijen
in een zorgconvenant dat een heleboel doelgroepen bedient. Misschien
dat vraag en aanbod nog beter zouden kunnen matchen, aldus Gomes, het
is in ieder geval de kwaliteit die bij toetsing vooropstaat.
Zachte landing
Het TOTT-debat in De Zwijger is op de dag dat inperking van de vrije
artsenkeuze door de senaat is afgeschoten. Tot opluchting van velen,
want keuzevrijheid is een gekoesterd recht. Hoe zit het daar eigenlijk
mee als het om ouderenzorg gaat? Hoe zit het met de kansen voor kleine
aanbieders? Persoonsvolgende financiering? Inbreng van ouderen zelf via
raden en verenigingen? Hoe kunnen we dagbesteding (nu ook Wmo) in stand
houden? Talenten van vrijwilligers ontwikkelen en een platform voor
best practices creëren? Hoe ontsluit we relevante zorgdata en
waar vinden we elkaar en alle mooie initiatieven?
Er zijn nog een hoop vragen voor TOTT#68 in januari 2015. En
ideeën! De toekomst is al onder ons, constateert Hetty Vlug,
uit de gemeentelijke voorhoede. We staan voor fundamentele
transformaties. Klaar kunnen we daar onmogelijk voor zijn. Maar we zijn
voorbereid. Laten we hopen dat het de zachte landing wordt waarin
Amsterdam echt zijn best doet te voorzien.
Deze impressie is op eigen titel geschreven door Yvonne van Osch
Tekstbureau
Yvonne van Osch
Binnenkadijk 117, 1018 ZE Amsterdam
opschrift@tip.nl | 06-37313100