logo albanieblog


35 Rubik



Voordat ik aan hoogte- en dieptepunt Rubik toe ben, moet ik nog iets vertellen over onze avond en ochtend in Shkodër, na terugkomst uit Valbona. Gezien onze ervaring met de goud gestempelde grafkelder op de vijfde verdieping van Top Appartments, wilden we dit keer liever een echt hotel, dus had ik, afgaande op foto's van smetteloze boxsprings en muren met prachtige zwartwitfoto's van Marubi, Hotel Loredano geboekt, in het fotogenieke straatje Rugga G'juhadol. Het was een mooie, complete kamer, dat wil zeggen met aan beide zijden van het bed een nachtkastje, een lampje en een contactpunt om je telefoon op te laden. Die basis, denken we elke keer, hoe moeilijk kan het zijn? Maar het is deze vakantie nog slechts één keer voorgekomen. Daar dus, en het was nog niet alles, want in de badkamer kon je ook nog eens je toilettas kwijt, een unicum. Wat kan er nu nog mis gaan, vroegen we ons af. Dat bleek 's avonds, toen een geweldig feestrumoer aanzwol, in het hotel en daarbuiten, met snoeiharde reggaeton en geschreeuw tot middernacht en daarna nog tot 3 uur zachte muziek met erupties van in raki gedrenkte vrolijkheid.

Het ontbijt maakte veel goed. Mirëdita, riepen twee vrouwen die de chaos aan het opruimen waren. Ze wuifden ons met gulle armgebaren de bar binnen en riepen Nee! toen we aan een tafeltje voor twee wilden gaan zitten. Veel te weinig plaats! Ze dekten naast ons, en toen verscheen een bonanza aan eten en drinken: pannenkoeken, croissants, brood, boter, kaas, jam, komkommer, tomaat, vruchten, sap, water, melk, koffie en thee... terwijl ik dit opschrijf voel ik golfjes maagzuur naar boven komen, dus ik zoek gauw weer vaste grond.


loredano
Deel van het ontbijt in feesthotel Loredano


David Pemaj

Ik had bedacht dat het belachelijk zou zijn David Pemaj niet even op te zoeken. In 2018 heb ik namelijk meerdere keren in de hostel van hem en zijn familie gelogeerd, en was ik ook nog samen met hem naar Theth geweest. We hebben daarna nog veelvuldig contact gehad, onder andere over de SH21 en een mogelijke fietsopknapfabriek (weer zo'n idee). Tot mijn grote verrassing had hij tijd.

Jet ging naar het Marub Museum en ik naar de hostel, iets noordelijker in de stad. Het was een heel hartelijk weerzien, met koffie en vruchten (bluh....!) op de bloemrijke binnenplaats en vader en moeder die gedag kwamen zeggen. Ze waren blij met me omdat ik met de vermelding van hun hostel in mijn gids voor extra clientèle heb gezorgd. Soms stuurt David me een foto van hemzelf en meestal een vrouw van mijn leeftijd die mijn gids en haar duim omhooghoudt. Het waren wel altijd middelbare types zei hij, met mijn boek, misschien dat ik ook eens iets op instagram kon doen voor jongeren...

David was drie jaar geleden afgestudeerd in Tirana op urban planning en was samen met zijn vader, die ingenieur is, naast het runnen van de hostel een studio begonnen. Ze deden vooral huizenprojecten en het liep goed, vertelde hij. Een broer van hem studeerde in Italië interior design, ze zouden met zijn drieën onoverwinnelijk zijn. Ik vond het heel prettig na die zuurpruim Meghet met een positivo als David te praten. Heel bijzonder: hij zag wel wat er allemaal niet deugde aan zijn land, maar liet zich toch niet weerhouden iets moois van zijn leven hier te maken.


muur
Onderweg naar David in de Rruga Kardinal Mikel Koliqi

david
David Pemaj op de binnenplaats van Pemaj Hostel in Shkodër

hostel
David

corona
Coronatips


De belastingen en bananarama

Die belastingen... het klopte dat je over een jaaromzet tot 80 duizend euro geen belasting aan het rijk hoefde te betalen, en dat was het beste, vond David, dat de regering Rama had gedaan. De gemeente was weer een ander verhaal, maar in ieder geval, zei hij, zou van alle figuren die al jaren en jaren rond de tafel zitten van de kliek die de dienst uitmaakt volgens hem Rama toch de minst erge moeten zijn. Want hij was een marketingmachine. Met zijn charisma, zijn retorische skills, zijn humor. De EU gebruikte hem zelfs, dacht hij, om van alle fossiele machthebbers af te komen. Zoals die Sali Berisha, je gelooft het ook haast niet. Hij was de lijfarts van Enver Hoxha tijdens het communistisch regime, en nu na al die jaren voor de tweede of derde keer de leider van de oppositie die formeel ook nog eens een heel andere politieke kleur heeft dan hij toen zou hebben gehad (namen van partijen zijn meer labels dan dat ze iets zeggen over de werkelijkheid, in mijn optiek doet de socialistische regering van Rama werkelijk niets dat ook maar iets met socialisme te maken heeft.) Een beetje een wassenbeeld, waar je telkens een kwartje in moet gooien voor wat standaard oppositietaal (met als fundament: de regering heeft de verkiezingen gestolen en is corrupt)

Met het charisma van Edi Rama hadden Jet en ik niet lang geleden overigens persoonlijk kennisgemaakt, want meneer, die in De Balie met Yoeri Albrecht in gesprek zou gaan over toetreding tot de EU, zat daar gewoon zijn eigen verhaal te beeldhouwen op de manier van de kunstenaar die hij ook is. Veel aandacht voor de kunsten en hoe bijzonder het toch was dat een minister president enzovoort. Ik had de redacteur van het debat de geweldige film Biografi gestuurd die Eline Flipsen in 2000 heeft gemaakt, van vijf kunstenaars in post-communistisch Albanië waaronder Rama, en hoe ze terugkeken op de tijd van het regime. Gelukkig hadden ze daar tijdens het 'debat' een fragment van gebruikt, namelijk dat waarin Edi Rama, net terug uit Parijs en geroepen tot Minister van Cultuur, in het atelier van zijn vader Kristaq (die tijdens het regime minstens één doodvonnis uitgesproken heeft) vermoeid uitdrukt dat het grootste probleem van de vooruitgang het systeem is, of iets van gelijke strekking. Hoe kijkt u op die uitspraak terug, was ongeveer de enige wat meer gewaagde vraag van directeur Albrecht van De Balie, voordat deze geen enkele belemmering meer zag kwispelend op Rama's schoot te springen.

Ach, zei Rama, ik was toen jonger...

En hij kwam ermee weg. Jet en ik keken verbijsterd rond. Vond nou niemand, behalve wij en longtime Albaniëkenner Gerda Mulder die achter ons zat en haast ontplofte van verontwaardiging, dat dit een debat van helemaal niets was, een toneelstukje, voeding voor de applausmachine die in ieder geval de voorste van de twee rijen van het zaaltje instemming voor Rama garandeerde? Niemand leek ermee te zitten. Er mochten wat vragen worden gesteld, en net toen ik, nadat drie maal iemand was begonnen met de zin I totally agree with you, met kloppend hart voldoende moed had verzameld om te vragen hoe de bevolking, van wie een derde onder de armoedegrens leeft, zou profiteren van toetreding tot de EU, was het vragenminuutje alweer voorbij. Ik heb niet één kritische vraag gehoord, brieste Gerda Mulder na afloop tegen Yoeri Albrecht, die in de gang heel voldaan alle comlimenten van de Balkandelegatie in ontvangst stond te nemen. O, zei Albrecht, al helemaal ver-Rama-d. Nou dan vindt u dat toch.

Een betonnen schip

Zover de poilitieke bespiegelingen. Jet had het ondertussen ontzettend naar haar zin gehad in het Marubi-museum, waar ze behalve de 19de-eeuwse foto's van de kunstenaar zelf een prachtige expositie had gezien van Jutta Benzenberg, een Duitse fotografe die al sinds 1991 in Albanië woont en getrouwd was met schrijver Ardian Klosi. Een van de mooiste foto's was die van een vrouw voor een betonnen schip, dat de fotografe reizend tussen Berat en Fier ergens in het land had zien staan. Er stond een oudere vrouw bij, die op de vraag van de fotografe verklaarde de eigenaar van het schip te zijn. Later was Benzenberg erachter gekomen dat het de replika van het schip was waarin twee van haar zonen waren omgekomen tussen Durrës en Bari, op zoek naar een beter leven. Ze woonde in hun nagedachtenis.

Op de informatie die Jet meegenomen had, las ik waar het was. Tussen Berat en Fier. Maar wacht eens even, dacht ik. Dat schip hebben wij ook gezien! In 2018, tien jaar later. Ook wij waren gestopt om een foto te maken. Het was toen geschilderd, het stond te koop, en ik dacht dat het een echt schip was dat op een trailer stond (ook bizar genoeg, zo ver van zee). Dat het een in beton gegoten monument zou zijn...


schip
Foto uit 2009 van Jutta Benzenberg van een vrouw bij het betonnen schip dat ze liet bouwen

schip 2018
Foto uit 2018 van mezelf


De echte Poli

Het was tijd om Shkodër te verlaten, maar eerst nog iets dat je gerust een krankzinnig toeval mag noemen. Ik had sinds we in Albanië zijn al een paar keer gedacht dat ik Poli zag, de in Nederland wonende Albanese vrouw die ik bij de presentatie van mijn boek had leren kennen, die me heeft geholpen bij hoofdstuk 3 en met wie ik een paar keer iets samen heb gedaan voor haar bedrijf Travelling Albania. Nou ja zeg, dacht ik toen we in de Rruga At Gjergj Fishta liepen om tot slot naar de Franciscaner Kerk te gaan, daar heb je haar alweer! Ik zag deze Poli breed lachend achter het stuur van een wit busje dat zich door het smalle straatje wrong. Maar ditmaal was het niet een lookalike. Het was de echte Poli!

Ik riep en zwaaide. Ze zag me niet, maar de bevestiging kwam heel gauw: ze was inderdaad onderweg, samen met Rudie Kagie, voor weer een reis in het kader van geschiedenis (een vervolg op Sporen van de heilstaat waarmee ik haar geholpen heb).

Rubik

En toen kwam Rubik, de verborgen diamant in de heuvels van Mirdita, waar we het geweldig hadden maar uiteindelijk ook best ellendig te verduren hebben gekregen. Aan de Rruga Katundi i Vjetër, het oude Katundi zoals ook de streek heet, zijn daar mede door toedoen van de Oostenrijkse toverfee Marianne Graf, die in de tijd van grote armoede spullen, geld en zorg heeft gebracht en nu zo'n beetje eigenaar van de streek geworden lijkt, een aantal prachtige hotels en agrofarms gebouwd, waaronder het bekende Hotel Marub, Dini's Guesthouse en Baven-Toven, waar wij terechtkwamen.

Baven-Toven

Houten huisjes rond een grasveld, had ik in mijn boek geschreven op basis van foto's op google. Maar het was veel meer dan dat. Het was een landgoed bovenop een berg met twee oude huizen, vijf houten cabines, een feesthut en kantine, en de belvedere, dat is de meest correcte omschrijving, waar wij drie nachten door hebben gebracht, een piepklein maar beeldschoon gallerijachtig bouwsel met opzettorentje vol glas in houten sponningen met een werkelijk fenomenaal uitzicht, waar je urenlang alleen hanen, vogels en honden hoort.

We hadden de auto, waarvan we het raampje aan de passagierskant overigens met rubber en takjes hadden vastgezet omdat het telkens naar beneden schoof, beneden bij Hotel Marub laten staan en waren het steile pad van ongeveer 600 meter omhoog gelopen. Moet je kijken, zeiden we tegen elkaar toen we het hoogste huisje zagen. Als we hier in kunnen slapen en mijn zestigste verjaardag kunnen vieren?

Het kon! We werden verwelkomd door een heel hartelijke vrouw die daar was om haar tante te bezoeken. Ghjystina heette ze. Ze werkte als advocate in Tirana, reisde het hele land door voor allerlei rechtszaken en had het nodig om af en toe hier tot zichzelf te komen. We konden ons er alles bij voorstellen. Ze leidde ons over het terrein, tussen olijven, tomaten, salie en bonen door, naar beneden, waar ook nog een mooi klein zwembad was gebouwd. Allemaal aangelegd door haar neef, vertelde ze, Bajroni, die er met zijn broer Tonino, zijn moeder Franka en zijn oma woonde. De oma was de stiefmoeder van haar moeder geweest, die haar eigen moeder op jonge leeftijd verloren was. Heel ingewikkeld.


bajroni en nicht
Bajroni en Ghjystina op agrofarm Baven-Toven in Katundi i Vjetër bij Rubik

farm
Het erf van Baven-Toven

oma
Oma


Oma was een schatje en heel grappig. Ze had een speciale sympathie voor Jet opgevat samen met een merkwaardig vertrouwen in haar vertaalkunst. Wat zegt ze, vroeg ze elke keer aan haar als ik weer in mijn beste Albanees een vraag had gesteld die ze niet begreep of niet verstond. Daar bleef het niet bij. Op het laatst vroeg ze zelfs Jet's hulp als Bajroni iets zei. Wat zegt-ie?

InfoKulla
 
's Middags probeerden we het pad door de bergen vanaf de farm naar de bijzondere kerk van Rubik te vinden aan de andere kant van de berg. We werden echter tot twee keer toe door bergbewoners terugverwezen naar de asfaltweg langs Hotel Marub. Het bleek dat we niet verkeerd zaten, maar dat ze zich gewoon niet konden voorstellen dat wij over een natuurpad wilden gaan. Er was wel degelijk een pad.
Dat begrepen we nadat we langs de asfaltweg richting Rubik waren getogen waar de InfoKulla was, een toeristisch informatiepunt dat verwijst naar een versterkte toren waar vroeger de vanwege bloedwraak opgejaagde mannen konden schuilen en die hier dankzij Marianne Graf het licht had gezien (en door haar onderhouden werd, hoorden we van Bajron.)

Ik had geappt met de vraag of ze open waren - je weet maar nooit, en dat waren ze, maar ze wilden wel graag weten hoe laat we kwamen. Uur of drie had ik gezegd, maar om die tijd waren we nog niet halverwege. Misschien kunnen we liften, zei ik. We draaiden ons om en daar stopte meteen een minibusje, waarvan de chauffeur ons wel even bracht en daar geen ene lek voor wilde hebben.

De informatie bij InfoKulla was ongeveer duizend procent van dat waar we voor gekomen waren, namelijk informatie over wandelwegen. Here we have... zei onze host Julien, waarschijnlijk dolblij dat er eens iemand was waarop hij zijn taal- en geschiedeniskennis los kon laten, nadat hij de website hikingmirdita.com helemaal had uitgespeld en ook de mythen en gebruiken, flora en fauna, taal en etnografie al uitputtend aan de orde waren geweest. Er was zeker een uur verstreken, we hadden echt ons best gedaan, maar nu waren we uitgeput. We moeten gaan, zeiden we, en dat accepteerde hij tot onze verbazing zonder meer.

Behalve Julien waren er nog twee vrouwen in de InfoKulla en twee mannen, van wie een zijn baas. Julien bracht ons met zijn auto terug naar de brug en toen reed toevallig die baas voorbij en die was zo aardig ons helemaal naar het huisje te brengen. Nou zeg, zeiden wij. Kun je je voorstellen dat zoiets in Holland zou gebeuren?


brug
Oude voetbrug met daarachter de vroegere 'goudfabriek' van Rubik

infokulla
Illyrische boog bij de InfoKulla waar de rondleiding van Julien begon


Toen we terugkwamen was ook Franka er, de moeder van Bajron. Ze drukte ons aan haar borst alsof we oude vriendinnen waren. Welkom welkom, zei ze, maar ook dankjewel dankjewel. Voor wat?
's Avonds zaten we bij haar in de oude keuken, waar we ook mochten eten. Daarna kwam er een zak net geoogste olijven op tafel, die moesten worden gekneusd. Na deze eerste verwerking zouden ze een paar weken weken, haha, waarna ze met zout zouden worden ingemaakt (bluh...!) We mochten helpen kneuzen, het was heel gezellig.


franka
Jet met Franka

eten
Het eten

kneuzen
Het kneuzen


Mijn zestigste verjaardag

Het huisje was zo klein, dat je letterlijk je kont niet keren kon. Onze tassen moesten onder het tafeltje en dan konden we schuifelend van de badkamer naar het bed en vice versa. Toch was het fantastisch, zo idyllisch, het uitzicht rondom, de stilte. Een perfecte plek om jarig te worden, die nacht om half een. Ik was er helemaal bij, ik dacht aan mijn lieve moeder. En zij aan mij, hoorde ik later.
's Ochtends zat er een hondje voor onze deur, het rende kwispelend voor ons uit naar de kantine, waar we een ontbijt kregen geserveerd. 


uitzicht
Uitzicht uit de belvedere

huisje
De belvedere

jarig
De ochtend van mijn verjaardag

erf
Het erf

dieren
De dieren

erf
Het zwembad

hondjes
De hondjes liggen te wachten voor ons huisje


Bajron stond ons om 10 uur op te wachten met een mandje, want hij had ontdekt dat wij erg enthousiast werden van kastanjes en paddestoelen en wilde ons meenemen naar het bos aan de overkant van het dal, waar een paar honderd meter hoog nog wel wat van dat herfstgoud te vinden moest zijn.
De kleine witte hond, Jessy, en haar grote bruine dochter Celestine gingen met ons mee en het was schitterend, het pad tussen kastanje, meidoorn en pruikenbomen door naar boven.


herderin
Onderweg naar de berg

bajron mandje
Bajron met zijn mandje

Jet met jessy
Jet met Jessy


We vonden niet veel, het meeste was al weg, maar het was genoeg om 's avonds een feest mee aan te richten. Dan gaan we bij het zwembad zitten, zei Bajron, en doe ik de lampjes aan. Hij had er zin in.

Ondertussen nam hij het ene na het andere filmpje op voor Instagram, hij was er erg bedreven in. Je kon merken dat hij de kunst in Italië had afgekeken, waar hij 20 jaar had gewoond (zei hij, maar hij was nu pas 34, we snapten niet hoe het kon). Hij had in Italië gestudeerd en in Bergamot in het gemeenteraadswerk gezeten, had daar veel kunnen betekenen op het gebied van toerisme. En ook hier, begrepen we wel, was hij erg gezien.

Wijnhuis Arberi

Hierna was er een bezoek aan wijnhuis Arberi, dat ik bijna lachwekkend formeel vond (normaal doen ze alleen groepen maar waarschijnlijk had Bajron gezegd dat we belangrijke bezoekers uit Nederland waren, waardoor ze niet durfden te weigeren) met een vooruit-dan-maar rondleiding door boekhouder Ema, die mechanisch alle feiten van het wijnmaken opdreunde, tot en met het grote grote wapenfeit dat zij met hun Kallmet aan het Vaticaan mochten leveren en een persoonlijke bedankbrief van paus Benedictus XVI hadden gehad (Ratzinger). We kregen welgeteld één glas witte wijn en twee glaasjes raki en toen zich na afloop terwijl we wachtten op een fles bruisende witte van 28 euro even een persoonlijk gesprekje dreigde te ontwikkelen tussen Ema en mij nadat ik vertelde dat ik 60 geworden was en vroeg hoe oud zij was (25), werd ze zo ongemakkelijk, misschien van de blikken van de baas, die buiten stond, dat ze letterlijk uit mijn beeld schoof. Alsof het op lucht was zo onmerkbaar was haar voetverplaatsing.


ema
Ema en de paus

vaten
De aluminium vergistingsvaten van Arberi

houten vaten
De houten vaten van Arberi

bajron en ema
Bajron trekt de wijn open (met een kapotte kurketrekker). Naast hem Ema.


De excursie ging verder naar een buitenaards aandoend restaurantresort van een kennis van Bajron, een gigantisch complex aan een desolaat stuwmeer ten noorden van Rrëschen, temidden van kale heuvels met maximaal driejarige boompjes. Best naar.
Toen we terugreden wilden we nog naar de fabriek gaan kijken, waaraan Rubik in betere tijden zijn faam had ontleend, maar we konden er niet in. Bajron maakte van de gelegenheid gebruik om meteen een filmpje op te nemen. Dat het zo zonde was, zei hij, dat dit industriële erfgoed hier geschilderd en wel stond te verruïneren. Waarom ze het niet openstelden voor toeristen? Ik stond ernaast en zei schaapachtig Yeah.

Toevalligerwijs kwam ons even daarop over de oude weg de burgemeester tegemoet. Sindaco, zei Bajron verwachtingsvol, opletten. De auto van de burgemeester werd gereden door een dikkert met een stokje in zijn mond. Zij stopten net als wij, Bajron deed het raampje naar beneden, wisselde een paar woorden met de burgemeester en reed zonder plichtplegingen verder. Ik heb het gezegd van de fabriek, zei hij triomfantelijk en bijna verbaasd. Hij gaat meteen een voorstel maken!

Slechte olijven

Wanneer gaat het nou mis daar in het hemelse en gechaperonneerde Rubik, vragen jullie je af? Nou, even later waarschijnlijk, bij de bergbewoners, kennissen van Bajron, waar we tot slot om mij onduidelijke redenen ook nog naartoe moesten. Ook zij waren raki aan het stoken met een eigen installatie, ze vonden het leuk dat we er waren en natuurlijk kwam er wat te eten en te drinken op tafel. Olijven, tomaten, fanta en raki, en tot slot een gesuikerde vijg, waar we allemaal wat van namen.


raki
De raki-installatie. Het druppelen gaat helaas schuil achter de struik, waar zit ik met mijn hoofd?

corpus
Corpus delictus?


Waarschijnlijk is een van die dingen of een combinatie ons teveel geworden (of de salade in Real Park...). Toen ik nog geen uur later in de deuropening van het huisje mijn verjaardagspost ging zitten beantwoorden, voelde ik me heel snel misselijk worden en het duurde niet lang of ik hing boven de plee. Ik ben niet dronken hoor, verzekerde ik Jet nog, en het bewijs dat het niet de raki was, kwam niet veel later, toen Jet ook begon. We waren net samen naar Franka geweest om te vertellen dat we niet konden komen eten en daar spoot zij al over de moestuin heen. Mocht Franka zich nog hebben afgevraagd of we ons niet een beetje aan het aanstellen waren...

Het bleef niet bij een keer kotsen. Bij mij ging het tot rond middernacht door, met enorme heftigheid. Op het dieptepunt hing ik boven de wc en stond Jet in de wasbak gal te spuwen, we konden niets meer. Bij Jet hield het aan tot 5 uur 's ochtends. Dezelfde geluiden van een roepende leegte en het verlangen iets kwijt te raken, echt verschrikkelijk. Zij zelf had zoiets nog nooit meegemaakt.
Ziek als we waren wilden we toch graag weg de volgende ochtend. Ik had al geboekt in een hotel in Tirana met iets meer luxe. We bleven in bed tot 11 uur, probeerden wat thee (bluh...!), heel geconcentreerd, het ging maar net. Bajron en Franka voelden zich opgelaten, ze dachten dat zij het op hun geweten hadden.

Toen we daar de weg uitreden, voor een verplicht uur in de auto, had Jet inmiddels een vuurrood en wat opgeblazen gezicht. Ze had koorts gekregen. Bij mij was het alsof er een stolp om mijn hoofd zat. Over de snelweg, met al die gaten en fietsers, het leek alsof iemand anders reed, en de rit door het noorden van de stad, tussen 10 duizend scholieren door, leek wel uren te duren. Ik wist de auto ergens op een zanderig parkeerterreintje tussen brokkelende muren te krijgen. Maar toen ik met een vrouw stond te onderhandelen (we konden er zeker geen twee dagen blijven) ging Jet bijna onderuit.
Neser, riep ik, morgen, dankuwel dankuwel, we liepen gauw verder. Gauw naar een bed. Ik was heel ongerust over Jet, maar had toch ook wel vertrouwen dat het goed zou komen.

We zijn de hele middag, avond en nacht en ook nog deze ochtend in het hotel gebleven, Rama's Hotel, dat zich daar goed voor leende (alleen geen lampje, geen contactpuntje, geen plankje) met een heerlijk fris bed en veel ruimte, ook om deze eindeloze blog te schrijven, en hebben alleen wat yoghurt en  chips gegeten en vooral veel bruisend water gedronken. En toen we vanmiddag toch nog even op pad gingen om hier niet aan het bed te gaan kleven hebben we alleen nog wat foto's gemaakt, waarbij we om de beurt zeiden: pas op, niet naar links kijken, of doorlopen, doorlopen, als we olijven zagen.

De misselijkheid is niet voorbij, maar de vakantie wel. Morgen vliegen we naar huis. Dank dat jullie met ons mee zijn gereisd.
Tot slot nog wat foto's van toeterend Tirana.


tirana
De bewaker van het terrein

markt
Markt (Pazar i Ri)

wat?
Feestmaal bij Oda

muur met meisje
Muurschildering in de Rruga Barrikadave vlakbij het plein




Terug naar het overzicht




Heb je vragen, opmerkingen, tips? Mail!
Wil je meer weten over mijn andere werk? Ga naar de homepage van mijn site



Tekstbureau Yvonne van Osch
Binnenkadijk 117, 1018 ZE Amsterdam
opschrift@tip.nl | 06-37313100