Yvonne
van Osch
Albanië - cultuur #4
De
haven van Durrës die alles zag
Havenstad Durrës is voor
Albanië wat Napels voor Italië is en Rotterdam
voor Nederland: een broeierig knooppunt voor smokkelwaar.
18 juli 2024
De haven van
Durrës op een tekening van Simon Pinargenti uit 1573
Juwelen, kleding, elektronica, Rolexen, Kalashnikovs... maar vooral
drugs
natuurlijk, veel drugs, en gigantische
stapels contanten
die daar tegenover
staan. Dat zijn zo de zaken die in Durrës over de kade rollen
zonder ooit de douane te zien.
Het is al enige tijd dat Albanië als dé
drugsleverancier van Europa geldt. Niet zo gek, want tussen de wuivende
salie van het
noorden is het vooral de cannabis die welig tiert. Ook elders
in het hele
land zijn akkers en tuinen vergeven van wiet. Links en rechts borrelt
het in obscure werkplaatsen van
cocablad tot cocaïne. En het land levert beter en goedkoper
dan pak 'm beet Nederland, dat ook niet echt een kleine speler
is.
Zo vormen de Albanezen inmiddels de spil van de drukste drugsroutes
tussen Zuid-Amerika
en Europa. Via traffickers in onder andere Rotterdam en
Antwerpen stroomt geld en goed over die routes onophoudelijk
heen
en
weer.
Lazarat
Denk niet dat het alleen gezochte criminelen zijn
die Albanië tot een narcostaat hebben gemaakt. De
politiek en politie verdienen er keihard aan mee. Wordt er al eens een
partij onderschept, dan is dat misschien wel vooral om te laten zien
hoe ferm en
EU-waardig de overheid bezig is. Exemplarisch is het dorpje Lazarat,
dat in 2013 onder het oog van de verzamelde pers met
overdreven machtsvertoon werd schoongeveegd. Weinig later werd
Albanië kandidaat-lid van de EU. Op alle akkers in de
omgeving kon je toen de puntbladige plant zien
groeien, zo zei men, behalve in
Lazarat.
Wat is wat?
De
top van een cannabisplant, ook
bekend als marihuana of wiet. Foto: vnn.nl
Cannabis is de verzamelnaam voor producten van de cannabisplant. Dit
zijn 1) hash,
een samengeperst concentraat van hars op de plant en 2) wiet of marihuana, de
toppen van de plant.
Beide worden gerookt met
tabak of in een waterpijp, gegeten in bijvoorbeeld
cake,
of tot olie verwerkt voor een concentraat van de stof THC die
pijn kan
verlichten en slaperig maakt. Een van wiet gedraaid sjekkie noem je
stickie,
joint of djonko.
Hennep is dezelfde plant als cannabis maar met minder werkzame stof.
Deze plant wordt onder andere gebruikt voor het maken
van touw en textiel.
Cocaïne wordt gemaakt van cocabladen, die groeien in Bolivia,
Colombia en Peru. Voor het maken is onder andere soda en
kerosine nodig. Lees meer op de site van Jellinek
Albanië's mini Dubai
Je zou het grappig kunnen noemen, ware het niet dat de gewone Albanees
er maar weinig aan heeft. Ook in deze tak van sport hebben corruptie en
uitbuiting vrij spel. Het leeuwendeel verdwijnt in de zakken
van een klein
groepje
schathemelrijke ‘ondernemers’.
Onderzoeksjournalist
Ola Xama heeft becijferd dat inmiddels jaarlijks
1,3 miljard euro zwart aan drugs verdiend wordt in Albanië, zo
valt te lezen in
het artikel How
British cocaine users are funding
Albania’s mini Dubai, dat journalist Tom Kington
in maart 2024
bracht voor The Sunday Times.
Wat niet in crypto komt is cash. Eurobiljetten puilen soms uit alles
waar maar lucht in zit. Bananendozen natuurlijk, maar ook
banden van auto’s,
deuren van
koelkasten, soms zelfs gewoon zakken in
auto’s op
opleggers, busjes die in het noorden de grens oversteken... en
in het ondergoed van geronselde reizigers, zoals Balkan Insight onthulde.
Exorbitante vastgoedprojecten
Veel van het geld vindt zijn weg naar een van de exorbitante
vastgoedprojecten die je de laatste tien jaar hebt kunnen zien
verrijzen in
Tirana en aan de kust. Hoe hoger de kranen, zo tekent Kington op, hoe
actiever de
witwasmachine.
Die machine gaat schaamteloos te werk. De eigenaars van de grond waarop
gebouwd wordt, zijn niet zelden ook de eigenaars
van de bedrijven die er
gaan bouwen. De aanbesteding, toch iets waar de EU vrij
serieus mee omgaat, is een totale wassen neus. Welkom in het
Albanië van de oligarchen.
Het
Skanderbegplein in
Tirana aan het begin van de bouwboom in
2018
Schurkenland Albanië
Of er nog een weg terug is voor het schitterende maar zo verziekte
schurkenland, dat inmiddels ook bijna verstikkend door het grote
toerisme is omarmd? Cultuurcritici
zijn somber. Terwijl trots en rechtschapenheid het dna van
gewone
Albanezen maakt, zitten corruptie en nepotisme in de aderen
van de staat. Een staat die eeuwen onderdrukt was en nooit
een werkelijke democratie gekend heeft. Voor de
pseudo-communisten van toen zijn nu pseudo-socialisten teruggekomen.
Met idealen hebben de officiële labels weinig te
maken.
De meeste politici waren of altijd al uit op macht en geld, of ze
zijn daar in het politieke proces door vergiftigd geraakt.
Jan Fabius in de haven van
Durrës
Leugenachtig,
disloyaal en liever lui dan moe. Zo noemde legerkapitein
en
voormalig correspondent Jan Fabius vrij vertaald de Albanese
hooggeplaatsten in zijn boek Zes
maanden in Albanië, een smakelijk
verslag van de absurde
Hollandse
missie die Nederland in 1913 ondernam om in opdracht van de
zogenoemde
Internationale Controle Commissie een gendarmerie op te
zetten in het net door de Turken verlaten Balkanland.
De commissie is een
afvaardiging van grote
Europese mogendheden en Rusland, die, uiteraard niet zonder
eigenbelang, toezicht willen houden op
de haastig uitgeroepen zelfstandige republiek
Albanië.
De
plichtsgetrouwe Fabius heeft
het zwaar te stellen met het zooitje
ongeregeld van diplomatieke en militaire hulptroepen dat hem
uit alle windstreken vandaan formeel ter beschikking wordt gesteld maar
in praktijk vooral een mozaïek blijkt van interesses en
wensen,
waaronder
de wens van sommigen om met zoveel mogelijk vertoon zo
weinig mogelijk uit te
voeren.
Fabius gaat van
Shkodër (toen Scutari), waar hij een
‘genoeglijk leventje’ leidt omdat er toch geen geld
voor het vormen van gewapende troepen wordt gestuurd, naar
Durrës (toen
Durazzo), dat aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, vergeven
van malariamuggen, door de Serven onder de voet dreigt te
worden gelopen. Hij krijgt daar de leiding over twaalf kanonnen en
begint meteen
ijverig met het opvoeden en instrueren van een troepje welwillende
militairen. Maar helaas, dezelfde avond moet een deel van de
kanonnen alweer weg, naar Vlorë (toen
Valona), waar de Grieken dreigen op te rukken, terwijl in het noorden
de
Montenegrijnen klaarstaan voor een stukje van de taart. Alle buren zijn
uit op het strategisch gelegen land aan zee.
Het is op
de kade van
Durrës waar de onbevreesde Jan Fabius met
zijn kanonnen voor het eerst toch het angstzweet begint uit
te breken. Het materieel in de boot krijgen is nog niet het grootste
probleem, schrijft hij in zijn verslag. Het zijn de paarden!
De steiger steekt
namelijk meer dan anderhalve meter boven het water
uit en er is maar een heel klein en steil trappetje. Ook de boten
waarin het
spul geladen moet worden, zijn niet al te ruim. Fabius weet het even
helemaal niet meer. Dan komt de grote generaal De Veer, die
Fabius de opdracht gaf. En hij weet het wel. Gooi ze er maar gewoon in,
zegt hij. Die
kleine beesten hier kunnen
overal tegen.
Fabius voorziet
het ergst, maar er zit niets anders op. Zo duwen ze de
paarden met een balk van de kant in de richting van de klaarliggende
boot. Afgezien van een van de dieren, die in het water terechtkomt en
rustig naar de kant zwemt, gebeuren er tot grote verbazing en
opluchting van de
kapitein geen ongelukken. ‘Nog begrijp ik niet hoe alles zo
goed afgelopen is,’ schrijft hij.
De
Oostenrijkse
Freiherr von Grumpenberg geeft instructies op een brug in
Durrës
Helemaal afgelopen
was het avontuur trouwens nog niet voor Fabius. Er volgde een
aanval door rebellen
in het reeds belegerde Durrës, waarbij uitgerekend de toen nog
bejubelde overste Thomson het leven liet, en kort daarop brak
de Eerste Wereldoorlog uit. Fabius, die al triest en
ontgoocheld onderweg was naar het
noorden, moest maken dat hij heelhuids thuis kwam.
Uittocht
Er is nog een verhaal van de haven van Durrës. Dat van de
honderdduizenden die hier en uit andere steden
vandaan vertrokken zijn na de val
van het communisme in 1991. Meteen na die val verdrongen zij zich bij
ambassades en bij de boten in de haven, zo graag wilden ze weg.
Van de meer dan 3 miljoen inwoners van toen zijn er nu nog maar 2,4
miljoen over, een uittocht van menselijk kapitaal die
al bijna 35 jaar gaande is en waar de overheid maar geen eind
aan weet te maken. Hoe dat toch komt? Het verhaal van de drugs
vertelt alles.
Tekstbureau Yvonne van Osch
Binnenkadijk 117, 1018 ZE Amsterdam
opschrift@tip.nl | 06-37313100