Yvonne van Osch - Gemeente Haarlemmermeer



Het Haarlemmermeerse
raadhuis
een baken van de tijd


raadhuis
Foto: Margo Oostveen (bewerkt door auteur)

Hoofddorp krijgt een nieuw gemeentehuis! Mooie reden om terug te reizen in de tijd. Hoe hebben de architecten van het oude raadhuis destijds invulling aan hun opdracht gegeven?

Lees mijn interview met Henk Brakel († 2010) en Cees Brandjes uit 2001.





Het gebouw



‘Het begint met een kwetsbare flits,' zegt Henk Brakel, de architect die het raadhuis in 1975 van de tekentafel tilde, 'enkele millivoltjes, waarin het hele ontwerp geschreven is. Conceptie is daarom een beter woord dan creatie. In het begin komt er geen potlood aan te pas. Het ontwerp is in mijn hoofd ontstaan, terwijl ik op mijn rug lag, met mijn ogen dicht.’

Henk Brakel van het vermaarde architectenbureau Brakel & Buma, kijkt, inmiddels gepensioneerd, nog altijd met een gevoel van grote verbondenheid terug op het ontstaan van het raadhuis. Het programma van eisen was ook in 1975 al ingewikkeld genoeg. Entree, publieksfunctie, frictieruimte. Dat de gemeente zou gaan groeien, was bekend. ‘Het gebouw is gebouwd om flexibel te zijn en ruimte te geven aan ontwikkeling,' vertelt Brakel. 'Daarom maakten we units die je aan elkaar kon rijgen. De gedachte was: of de ketting nou lang is of kort, het aanzien moet aanvaardbaar zijn. Het masterplan ging uit van 80.000 inwoners. Maar toen rond 1990 de laatste fase klaarkwam, werd net de 100.000ste ingeschreven. Sommige units zouden twee lagen hoog zijn, andere meer. Ze zijn nu allemaal even hoog gemaakt om het volume te vergroten. Overmaat of niet, ruimtes lopen vol, dat is een wet van Meden en Perzen. Soms lukt het om ver vooruit te kijken, soms zie je iets over het hoofd.’

Amsterdams peil

‘Toen we begonnen’, zegt Brakel, ‘was er geen duidelijke stedelijke structuur. Er was wel een soort forum in de vorm van het plein. Dat heb ik gebruikt. De raadzaal is rond omdat daar een belangrijk deel van de democratische besluitvorming plaatsvindt. Hij is transparant, omdat iedereen van de besluiten kennis moet kunnen nemen. De raadzaal staat ook technisch los van het gebouw, het komt naar het volk, het forum toe.’
Wie bekend is met de oorsprong van de polder, zou aan de buitenkant van de raadzaal elementen uit het gemaal van Cruquius kunnen herkennen. En er is nog iets. Al ontwerpend ontdekte Brakel dat de raadzaal praktisch op het niveau van het Nieuw Amsterdams Peil lag. Hij besloot dit exact aan te houden. Brakel: ‘Dat zei ik tegen de burgemeester. Die zei: "Ik vind het best, als je maar weet dat wij niet op Amsterdams peil discussiëren."'

Cees Brandjes is de opvolger van Brakel in het inmiddels herdoopte bureau. Dit bureau, Klous + Brandjes, bouwt nu alweer jarenlang verder op het gedachtegoed van Buma & Brakel bij veranderingen in het raadhuis. ‘Henk heeft via het poldergemaal en het waterpeil een relatie gelegd met de relatief jonge geschiedenis van de gemeente,' zegt Brandjes. 'Ik denk dat het belangrijk is dat inwoners weten dat hun gemeentehuis dit soort karakteristieken in zich draagt. Tradities binden, de geschiedenis stimuleert je als individu je verbonden te voelen met de ontwikkelingen.’

Afleesbaar

Brandjes, die zich al vergaapte aan het werk van Brakel toen hij nog in korte broek liep, roemt de vooruitziende blik van zijn voorganger. ‘Henk wist dat de hal pas veel later op maat zou zijn en dat het kunstwerk van Jan Eijsendoorn dat daar geplaatst is, dan zou gaan knellen. Hij wist ook dat de betonsteen die toen in de mode was, zou vervuilen, en heeft daarom voor de traditionele rode baksteen gekozen.’
Het gebouw, vindt Brandjes, is een goede, duurzame representant van de architectuur uit de jaren zeventig, tachtig. ‘In die tijd ontstond het idee om grote gebouwen op te delen in een reeks kleinere gebouwen, zodat je als je buiten staat kunt zeggen: daar zit ik, dat is mijn plekje. Dat is in het raadhuis goed gelukt.’
Brakel: ‘Een gebouw moet ook afleesbaar zijn. Zó, dat je het snel kunt herkennen. Net zoals in een kerk het bidden en in een villa aan het strand de zee, moet je in een raadhuis het raadgeven kunnen herkennen.’

Wat Brakel het moeilijkste vond in het proces? ‘Dat weet ik niet. Maar net als je als schrijver een writers block kunt krijgen, kun je als architect ook vastlopen. Dan moet je terug naar het punt waarop je nog niet vastgelopen was, en vanuit dat punt moet je weer verder. Het is een geestelijke bezigheid.’



De raadzaal


De raadzaal is het hart van de gemeentelijke besluitvorming. Honderden plannen werden er gesmeed, vele ruzies uitgevochten, besluiten bezegeld. In het verborgene en comfortabel onttrokken aan het oog van belangstellenden en critici? Juist niet. De burger moet kennis kunnen nemen van wat zich in de raadzaal afspeelt, heeft architect Henk Brakel bij zijn ontwerp steeds in gedachten gehad. Die burger is met zijn stem deel van het democratisch principe.

Brakel bouwde de zaal daarom rond, los van het gebouw, naar het plein toe, waar een denkbeeldig forum zich uit zou kunnen spreken: de inwoners van Haarlemmermeer. De buitenkant maakte hij van glas en in het lijstwerk verwerkte hij elementen die verwijzen naar de drooglegging van het gebied.
‘Henk Brakel’, zegt diens opvolger voor de gemeente Cees Brandjes, ‘heeft gebouwd voor een gemeenschap die zijn bestaansrecht ontleent aan het droogleggen van de polder, en dat zie je terug in zijn ontwerp. Ook de raadzaal legt een relatie met de jonge geschiedenis van Haarlemmermeer via het bewustzijn van het water.

Water en rietland

Dat de ontwikkelingen in de structuur van de gemeentelijke organisatie en de nieuwe tijd nu enkele aanpassingen vragen in die raadzaal, stelt Brandjes voor een uitdagende opdracht. ‘Voorheen’, legt hij uit, ‘maakten de wethouders deel uit van de raad, in tegenstelling tot de regering die niet tot het parlement behoort. Maar nu is de wet veranderd om ruimte te geven aan dualiteit en staan de wethouders samen met de burgemeester als het ware tegenover de raad. De nieuwe indeling hebben wij mogen begeleiden.’

In verband met deze verandering kreeg Klous + Brandjes, het bureau waarvan Brandjes mede-oprichter is, de opdracht ook de wat sleets geraakte stoffering aan te passen. Brandjes: ‘Er zit een niveauverschil in de raadzaal om de perstribune zicht te geven op het publieke debat. We hebben dit verschil gebruikt om de achterliggende gedachte over het waterpeil beter gestalte te geven. Zo hebben we voor de zaal een onwaarschijnlijk mooi koningsblauw uitgezocht dat herinneringen oproept aan het water van een vroeger Haarlemmermeer. De publiekstribune wordt belegd met sisaltapijt dat door zijn kleur de associatie met rietland legt. En het niveauverschil wordt overbrugd met teakhouten treden die doen denken aan houten steigers.’

Behalve de aankleding worden ook de projectievoorziening en de verduistering in de raadzaal verbeterd. Cees Brandjes is geraakt door het effect van de kleuren. ‘Henk Brakel heeft dit interieurconcept destijds al neergelegd en wij hebben het nu versterkt. Om zoiets te doen twintig jaar na oplevering, dat is bijzonder spannend.’





logoBovenstaand verhaal is in 2001 (in delen) verschenen in het personeelsblad van de gemeente Haarlemmermeer. Ik schreef het in opdracht van Nix Communicatie.



Bekijk ander werk voor de gemeente Haarlemmermeer

Terug naar welkom
Naar portfolio